Posts tonen met het label fictie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fictie. Alle posts tonen

woensdag 2 maart 2011

Einde... 365/365


Lang lang geleden, in een land hier ver vandaan, een land waar internet nog niet bestond. Nee nee, schrik niet, er bestaat nog zoiets als pen en papier hoor mensen!! Maar in dat land werkte mensen nog daadwerkelijk aan boeken als het nodig was iets te verspreiden. Boeken, brieven, en dat dan verspreiden doormiddel van grote drukmachines en postduiven. In dat land hadden schrijvers dus enorme bakken koffien naast zich staan, die waarschijnlijk beter smaakte dan de koffie die uit de automaten op mijn school komt, en enorme potten inkt want geschreven moest er worden!

In dat land was een schrijver, zijn hoofd zat vol met verhalen maar het leek onmogelijk om ze op te schrijven. Het dorp hing aan zijn lippen als hij op de markt of tijdens feesten begon te vertellen, want deze schrijver was een meester der verhalen. Hij wist alles spannend te maken, maar het lukte hem maar niet zijn verhalen op papier te krijgen. Bekers, nee tonnen koffie joeg hij er doorheen om te voorkomen dat hij in slaap viel. Schrijven moest hij want verhalen slechts vertellen bracht geen geld in het laadje. De arme schrijver zat daar aan zijn bureautje, dagenlang. Inspiratie en verhalen had hij wel, maar zijn handen wilde het schrijven maar niet onder de knie krijgen. Want alles wat hij opschreef was niet zoals hij het in zijn hoofd had. De arme man was radeloos!

Na nachtenlang opgebleven te zijn en alles te hebben geprobeerd om de kunst van het schrijven onder de knie te krijgen, hij was uiteindelijk teksten gaan overschrijven om het geheim ervan te ontdekken maar niks werkte, gooide hij woedend zijn pen neer en staarde bedroeft uit het raam. Hoe kon hij de mensen toch de beelden die hij in zijn hoofd had en die zijn verhalen samenstelden laten aanschouwen? En toen kreeg de man een idee. Hij kon zijn verhalen misschien niet met woorden overbrengen, maar misschien wel met beelden! De man greep zijn pen en een papier, sloot zijn ogen en liet zijn hand schetsen wat hij dacht. Toen hij zijn ogen opende zag hij eht beeld dat hij al wekenlang in zijn hoofd zag. Dat was zijn creatie! De man voelde zich als herboren, hij had al die tijd het verkeerde beroep beoefend. Hij was geen schrijver, maar een schilder!!

En terwijl hij de volgende jaren als schilder door het leven ging, en mensen verblijdde met zijn schilderijen en verhalen, zocht hij ondertussen naar de volgende stap; het laten bewegen van zijn schilderijen om ze meer leven te geven. Toen wist hij nog niet dat jaren later, in een land ver ver bij hem vandaan, een man de techniek van de film zou ontdekken. Het is jammer dat deze schrijver, o sorry schilder, dat nooit heeft mee kunnen maken.


Ik hoop dat dit een einde was waar iedereen mee kan leven, want de 365-blog is vandaag toch echt afgelopen. Ik begin binnenkort weer aan een wekelijkse blog maar neem heel eventjes een pauze. Misschien een weekje of twee om me even op school te kunnen concentreren. Jullie horen snel weer van me!! Xx. Linda.

donderdag 17 februari 2011

Tijdmachine 343/365

Een fictief momentje!! Ik hoop dat jullie het een beetje leuk vinden!!

Het lab was een zooi, maar dat was het meestal. Eigenlijk was het niet echt een lab, het was gewoon een oude schuur waar ooit een echte werkbank in had gestaan maar die was overal aangeknaagd door muizen en houtwormen. De hele schuur was gevuld met oude apparaten, uit elkaar gehaald en de onderdelen verspreid opgehangen. Eigenlijk had ik geen flauw idee waarom ze hier zoveel tijd in stak, technisch gezien was haar missie (of ook wel obsessie) onmogelijk en in mijn ogen dus tijdverspilling. Maar ik moest toegeven, haar onstuitbare enthousiasme had me opnieuw naar deze oude schuur gebracht.

De schuur stond op een veldje achter de tuin, eigenlijk was het veldje al jaren overwoekerd door onkruid maar toen we klein waren hadden we hem ontdekt tijdens het spelen van verstoppertje. Sinds die dag is er heel erg veel in deze schuur gebeurd. Eerst was het ons piratenhol, toen werd het onze burcht, toen de geheime club waar niemand iets van mocht weten. Naarmate onze ‘kinderjaren’ steeds meer achter ons raakten, verstopten we ons hier als we geen zin hadden in onze ouders. Dit was de plek waar we indronken, en waar we ook wel eens met jongens zoenden (nou ja, ik dan). Sienna niet, die had geen zin in jongens, ook niet in meisjes trouwens. Vanaf dat we heel erg klein waren verzamelde ze hier van alles. Eerst waren het interessante takken en stenen, en droogde ze bloemen tussen boeken (tot ongenoegen van de boeken). Later werden het lampjes, snoeren, steeds grote stukken techniek, tot ze ook gereedschap naar de schuur begon te verplaatsen. Dat waren de jaren dat ik steeds minder naar de schuur kwam, hij raakte steeds voller en ik had steeds minder zin in die gekke verzameldrift van haar. Toen had ik nog niet door waarom ze zich zo in dat oude krot opsloot.

Een aantal jaar geleden kreeg ik het ineens door. Waarom ze zelden thuis was, waarom ze bijna geen vrienden had (eigenlijk geen, op mij na dan en ook wij groeiden steeds meer uit elkaar), en waarom ze zich altijd zo vreemd gedraagde. Ik wist dat het niet goed boterde met haar ouders, maar daar had ik zelf ook wel eens last van. Welke tiener niet?! Ik had er dus nooit iets achter gezocht. Tot ik bij haar thuis kwam voor een schoolopdracht. Het was jaren geleden dat ik bij haar thuis was geweest en er was een heleboel veranderd aan haar kamer. Om te beginnen was hij volledig in een soort Renaissancestijl gedecoreerd. Van de muren, tot het plafond, tot de meubels. En overal hingen jurken in dezelfde stijl, de muren waren behangen met mensen uit die tijd. Ik wist niet wat ik zag! En toen Sienna mijn geschokte gezicht eindelijk zag bekende ze waarom ze bijna geen vrienden had, waarom ze zich opsloot in die oude schuur, waarom ze altijd ruzie had met haar ouders. Ze had al sinds ze heel klein was het gevoel dat ze in de verkeerde tijd was geboren en wilde een tijdmachine bouwen om naar ‘haar eigen tijd’ terug te kunnen keren. Ik dacht alleen maar dat ze niet goed bij haar hoofd was…

En dus stond ik hier, in die oude schuur, omringt door troep, spinnenwebben en volgens mij muizenkeutels. Gezien ik ze wel heel klein vond voor een dropje wilde ik het niet eens weten. Sienna stuiterde om een apparaat heen dat er in mijn ogen een beetje uitzag als een ouderwets koffiezetapparaat, maar dan ongeveer twee meter hoog en een meter breed. Zij zag er duidelijk een wonder in. Maar ik was eerder bij haar ‘testvluchten’ geweest en die waren allemaal stuk voor stuk mislukt, en enkele waren ontploft. Ik was een beetje benauwd, mijn haar was eindelijk hersteld van haar laatste tijdreispoging, gezien het apparaat letterlijk uit elkaar was geknald en mijn haar flink had verschroeid. Sienna had toen niks maar mijn moeder had mijn haar tot mijn kaaklijn moeten knippen om alle verbrandde stukken eruit te krijgen. Sienna had speciaal daarvoor een soort ‘testkabine’ gemaakt, als belofte dat ze zou voorkomen dat dat opnieuw zou gebeuren. Dat, en als ze het niet zou maken zou ik niet meer komen kijken.
Nu stond ze daar, weer met haar koffer, ik weer laagdunkend. Maar ze was vastbesloten het opnieuw te proberen. Ze gaf me een stevige knuffel en zei er dit keer zeker van te zijn dat het zou gaan lukken. Daarna stapte ze in het enorme ding. Ik kroop achter het schot dat ze als bescherming had neergezet en keek voorzichtig eroverheen. Ik zag haar een paar knoppen indrukken en een paar hendels overhalen en de machine, of misschien is ‘de schroothoop’ een betere benaming, begon steeds meer lawaai te maken. Lichtjes begonnen te knipperen en het hele ding begon langzaam aan steeds meer te trillen. ‘Dat ding klapt zo meteen weer uit elkaar!’ Dat was mijn enige gedachte. En toen klonk het! Keiharde knallen vulden de oude schuur, het dak en de muren kraakten, ik dook weg achter het schot en vouwde mijn armen over mijn hoofd. Straks kwam het plafond nog naar beneden! Toen, de laatste oorverdovende knal, zo hard dat het me liet duizelen. Pas toen het ruizen en piepen van mijn oren ophield besefte ik me ineens hoe stil het was. Was het apparaat opnieuw uit elkaar geknald? En zo ja, waar was Sienna dan? Langzaam en heel voorzichtig keek ik weer over de rand van het schot, en staarde naar een grote lege plek… De schroothoop, oh pardon de ‘tijdmachine’ was verdwenen!!!! Verbijsterd stond ik op, het begon me te duizelen. Sienna.. was weg. Het was haar eindelijk gelukt. Nu pas besefte ik me wat voor leegte dat achter zou laten, iets dat ik me nooit beseft had toen ze er nog was. Een kwartier ging voorbij, een half uur, een uur. Al die tijd staarde ik naar mijn mobieltje, in de hoop dat ze zou bellen, dat dit gewoon allemaal een droom of een grap was. Maar niks, en diep van binnen wist ik dat ze echt weg was.

Tot op de dag van vandaag heb ik geen flauw idee of het haar gelukt is door de tijd te reizen. Als het haar inderdaad gelukt is weet ik niet waar ze heen is gegaan, maar ze was duidelijk niet meer van plan terug te komen. Het is jammer dat ze nooit iets op papier heeft gezet waarmee ik iets kon, misschien had ik haar dan nog kunnen vinden. Maar kennelijk was dit wat ze wilde, en wie ben ik om dat te veranderen?

dinsdag 25 januari 2011

Afscheid 320/365

Vandaag is het zover, nog maar een half uurtje en dan groei ik weer. Ik heb al mijn spullen gepakt en ben de rest van de dag vooral bezig geweest met alles op z’n plaats zetten en alles schoonmaken zodat meneer Veldmuis in een schoon huis terecht komt. Daarnaast heb ik genoeg hout voor een week verzamelt als bedankje voor zijn goede zorgen van de hele week. Dankzij hem had ik meubilair, ben ik niet verhongerd en door zijn tips ook niet doodgevroren. Ik heb de buren Lieveheersbeestje bedankt met een flinke aantal rozenbottels en de familie Mier met twee klontjes suiker die ik uit te tuin van de buren (de menselijke buren) heb gejat toen ze niet opletten. Ik denk dat ik iedereen die me geholpen heeft genoeg heb kunnen bedanken.
Aan de ene kant ga ik de steen wel missen, het was allemaal lekker simpel en natuurlijk enzo. Aan de andere kant ga ik het niet missen om elke dag in levensgevaar te zijn dankzij vogels en katten en tekort aan water dankzij een zonnige dag. En een normale, warme douche zou ook wel weer eens prettig zijn.

Nog een paar minuten en dan begint het groeiproces weer, een minuut voor tijd ga ik de tuin in anders verwoest ik het huis. En als ik eerder ga ben ik wel een hele makkelijke prooi voor roofdieren. Tot snel weer allemaal!!

Spullen pakken 319/365

Het is langzaamaan tijd om mijn spullen te gaan pakken, nog maar één avond en dan begin ik weer te groeien namelijk. Ik had niet zo heel veel mee dus inpakken is meer symbolisch dan daadwerkelijk zwaar werk. Daarnaast nog wat extra leren, maar verder is er vandaag niet veel te doen. Alles dat ik nu echt ken heb ik in mijn tas gestopt, net als mijn pyjama maar meer was er eigenlijk niet. Maar doordat het lekkere weer alweer is afgelopen kan ik weinig anders doen vandaag dan leren en bedenken wat ik allemaal kan vergeten. Het is verschrikkelijk! Onder zo’n steen is het met regen behoorlijk eenzaam ontdek ik nu.

Regen 318/365

Vandaag heb ik voor het eerst kunnen douchen zonder een hele constructie op te moeten zetten. Waarom?? Omdat het al de hele dag regent. Eerdere dagen regende het steeds heel even en was het niet echt ideaal om daardoor heen te rennen, nu stroomt het water al de hele dag van bladeren af en heb ik een soort omheining gemaakt van bloembladeren op kunnen zetten om zo’n blad heen zodat ik eindelijk even rustig kon douchen. Het was wel ijskoud maar wel heerlijk.

Het nadeel aan de hele dag regen is dat de vloer onder mijn bladerentapijt langzaam steeds meer veranderd in een modderpoel. Ik heb er vandaag een hele nieuwe laag bladeren extra op moeten leggen om te voorkomen dat het de modder erdoorheen zou komen. Zo’n huis buiten is wel behoorlijk onderhoudseisend. Ook is het door de regen behoorlijk koud hier, de muren en het dak zijn namelijk behoorlijk vochtig aan het worden. Ik heb al de hele dag een vuurtje binnen branden en heb mijn best gedaan een pot thee te zetten maar dat lukte helaas niet zo goed doordat mijn geïmproviseerde theepot in brand vloog. Misschien had ik de stenen versie van de mierenfamilie moeten lenen en niet zelf een versie van gras moeten weven…

Zon 317/365

Vandaag is zo’n dag dat ik een probleem heb met mijn watervoorraad, want de zon schijnt al de hele dag. Bovendien wordt het onder deze steen dan toch behoorlijk warm, het voordeel is dat hij vannacht ook de hele avond warm is en ik dus niet zal bevriezen. Ik zit al de hele dag heerlijk voor de deur te leren, uit de wind dankzij de ligging van mijn steen en lekker warm door de zon. Misschien kom ik door die vitamine D ook eindelijk eens van die verkoudheid af die me al een week stoort.

De buren zijn ondertussen aan een grote schoonmaak aan het doen. Het blijkt dat er nog vier kleine lieveheersbeestjes in het huis wonen maar die zijn nog zo klein dat ze een lekker hapje zijn voor ongeveer alles dus zo vaak komen ze niet naar buiten. En als ze het al doen is het onder waakzaam oog van papa en mama. Meneer Veldmuis’ dak stortte vanochtend weer bijna in, hij heeft een soort noodreparatie moeten uitvoeren maar ik betwijfel of het nog een regendruppel overleeft.

Leren 316/365

Dag vijf onder de steen, het leren verloopt gestaag maar moeizaam. Schoonmaken, water halen, eten zoeken, en in leven blijven kosten veel tijd. Ik moet doorzetten maar het is niet makkelijk. Bovendien is het de laatste nachten ijskoud geworden en moet ik ’s avonds het vuur brandende houden om niet volledig te verkleumen. Gevolg is dat ik de deur op een kier moet laten of de volgende ochtend met een pijnlijke keel van de rook wakker wordt. En de deur openhouden is ook weer zo koud. Ik heb hier nog niet echt een oplossing op gevonden, dat heb ik meneer Veldmuis (die mijn huis overneemt als ik vertrek) ook vertelt. Hij had er wel een oplossing voor maar het duurt een paar dagen voordat die af is en dan ben ik alweer gegroeid (als alles goed gaat tenminste). Dus ik laat het aan hem over, ik denk dat ik er goed aan doe om dit huisje aan hem te geven, zijn huis is echt aan het instorten. Zijn opa heeft het gemaakt maar de hele constructie bestaat uit gras en hout, Veldmuis is bijna de hele dag bezig met herbouwen, stabiliseren en zorgen dat het dak boven zijn hoofd niet boven op hem stort midden in de nacht. Nog iets meer dan drie dagen en dan heft de man eindelijk een fatsoenlijk dak boven zijn hoofd. En dat ben ik hem ook schuldig, ik mag zijn leaftop gebruiken, en hij helpt me om dit hele gedoe te overleven (lees hier: helpen met eten zoeken, geholpen het huisje te bouwen, tips gegeven om te voorkomen dat ik doodvries). Ik ben het hem echt schuldig!

Eten 315/365

Zoals ik gisteren al ondervond, is het zoeken van eten niet erg makkelijk en zeer tijdrovend. En tijd is zeer kostbaar op dit moment dus het is belangrijk dat ik zo vroeg mogelijk eten bij elkaar zoek om de rest van de dag te kunnen vullen met leren, schoonmaken en het eten bereiden. Inmiddels heb ik stukjes verderop het pad gevonden waar basilicum en munt groeit, en heb ik van buurvrouw Lieveheersbeestje een heerlijk recept met gebakken rozenbottel gekregen. Verder zijn veel bloemen ook eetbaar en laten vogels vaak nog stukjes brood uit het nest vallen. Verhongeren zal ik niet, het grootste probleem is water. Ik heb nu een halve notendop buiten liggen (hiervoor ben ik de merel iets schuldig, het is afkomstig uit zijn nest) die ’s avonds vult met dauw maar ik moet elke keer maar hopen op regen. De dauw is amper genoeg op dit moment en het weer begint steeds droger te worden. Uit plantenstengels komt ook water en het smaakt zoeter dan regenwater en heeft meer bouwstoffen maar het verkrijgen is zwaar en zeer langzaam werk. Ik heb er eigenlijk geen tijd voor maar als het zo droog blijft heb ik geen keuze ben ik bang. Meneer Veldmuis heeft aangeboden dat als het echt droog wordt, ik wel iets van hem mag hebben maar hij heeft het ook niet breed wat water betreft en hij droogt nog sneller uit dan ik door die dikke vacht. Dat kan ik hem niet aandoen. Er woont een familie mieren drie stenen verderop die hebben aangeboden dat ik anders wel iets uit hun bron onder de grond mag hebben, zij vangen daar het grondwater op en hebben dus altijd genoeg. Het is een lange wandeling maar als ik echt niet anders kan zal ik wel moeten…

Gevaar 314/365

Vannacht was niet de geweldigste nacht die ik ooit heb gehad. Onze buurt wemelt werkelijk van de katten en vogels, als de ene eindelijk gestopt is met jagen op insecten komt de ander naar buiten om door te gaan waar de ander het werk had laten liggen. De muizen van de tuin hiernaast hebben twee uur bij me geschuild, de kater van een straat verderop was namelijk op oorlogspad. De arme dames zijn eerst een uur opgejaagd door het rood met wit gevlekte mormel voordat ze bij mij naar binnen doken. Ik was net klaar met eten en hallo, je stuurt ze echt niet weg met hem daar buiten!

Toen ik vanochtend wakker werd dacht ik dat het wel veilig was, dus was ik zonder zorgen op zoek gegaan naar wat te eten voor de dag. Gebakken rozenbottel met wilde basilicum of munt werd me aangeraden door buurvrouw Lieveheersbeestje van een struik verderop. Helaas was ik iets te enthousiast en werd ik gespot door de merel die de boom achter mijn tuin bewoond. Dit is de derde of vierde generatie merel die hier woont sinds de afgelopen zes jaar en er heerst een soort familievete tussen deze merels en de eksters uit de boom ernaast (ik maak geen grapje). Maar vandaag was het kennelijk geen oorlogstijd want de merel zat nu achter mij aan, denkend dat ik een lekker hapje was. Nu voel ik heel erg weinig voor opgegeten worden dus heb ik mijn eten laten vallen en heb me verstopt onder de waterton en dat was maar net op tijd. Het duurde een uur voor de merel zijn interesse in de tuin verloor en er vandoor ging, inmiddels was ik verkleumd en doorweekt dankzij het vochtige hout van de ton. Snel greep ik mijn eten en ben naar binnen gerend, nog net op tijd want de merel had door dat zijn lunch toch niet was verdwenen en op het moment dat ik de deur dicht deed en mezelf dus weer veilig camoufleerde landde hij in de tuin. Na bijkomen, opwarmen en mijn eten voorbereiden nam ik contact op met de overige tuinbewoners. Ook zij durfden het huis niet uit, te bang om te eindigen als lunch. Meneer Veldmuis was nog het veiligst, hij staat technisch gezien niet op het menu van de merel, hoewel die hem soms nog wel eens lastig valt. Ik ben maar gaan leren en ben de rest van de dag niet meer buiten geweest.

Verhuizing 313/365

Gisteren ben ik verhuist naar een steen in de achtertuin zodat ik geen last heb van afleiding. Gelukkig mocht ik van mijn buurman, een zeer vriendelijke veldmuis, even op zijn computer om mijn blog bij te houden. Zodat jullie weten dat ik nog wel leef. Vannacht bleek ik toch iets te slecht voorbereid te zijn op het weer buiten dus de buurman hielp me vandaag met het verzamelen van de laatste dingen voor mijn tijdelijke huis. De deal is dat hij het mag hebben als ik weer groei. Van een stuk krom schors en wat gras heb ik vandaag een bed gemaakt, bladeren zijn goed voor alles dus ook voor deken. Van een rozenbottel hebben we een tijdelijk bureau geknutseld waar ik daarnet aan heb zitten leren. Straks moet ik alleen op zoek naar wat brandbaar spul anders vries ik binnenkort dood volgens mij.

Het leren gaat redelijk, hoewel de weg naar het grote huis voor wat eten voor de dag zo lang is dat ik er de hele ochtend mee bezig zal zijn. De verhuizing is tenminste goed gelukt en de buren die ik tot nu toe ontmoet heb, een veldmuis en een koppel lieveheersbeestjes, zijn erg behulpzaam en vriendelijk. Hoewel ze even raar stonden te kijken toen ze mijn huisje zagen, en mij natuurlijk. Zo’n klein mens hadden ze nog nooit gezien en ze vonden het maar een raar verhaal. Ach, dat kan best wezen ja. Ik moet nu echt brandbaar spul gaan zoeken voor het weer gaat regenen, anders heb ik vanavond weer geen licht en warmte!

P.S. het is hier een stuk meer hightech dan ik had verwacht. Zo heeft buurman Veldmuis een leaftop en een Root-kabel direct aangesloten op het spiderweb.

Krimpen 312/365

Ik dacht: “Ik doe eens iets anders!” Fictie is namelijk meer mijn ding dan columns dus voor de komende week, mijn studieweek, ga ik eens iets heel nieuws proberen, een fictieve column voor deze week! Kijken wat de lezer ervan vindt, ik hoop dus op reacties in verband met opbouwende kritiek!!


Dames en heren, ik verdwijn onder een steen, tot volgende week!! Dat was mijn reactie op de zelfstudieweek en de enorme stapel leerstof die ik door moest spitten. Zo gezegd zo gedaan, inmiddels was ik zo klein als een lieveheersbeestje en was mijn grootste zorg om niet opgegeten door iets dat groter was, dat en vertrapt worden… En misschien had ik dat krimpen beter in de tuin kunnen doen en niet in mijn kamer die op de eerste verdieping is. Volgens mij heb ik dit niet zo heel erg goed uitgedacht maar die krimpstraal werkt tot en met zondag 16 januari acht uur ’s avonds. Dat wordt dus klimmen. Op miraculeuze wijze zijn ook mijn benodigdheden voor deze week mee gekrompen dus met alles dat ik nodig heb in een rugzak begon mijn grote klim naar de tuin.

Ik heb me nooit gerealiseerd hoe lang onze trap is, en hoe pijnlijk vallen. Maar ik sta in de tuin, eindelijk. Alex is bijna op me gaan staan! Volgende keer neem ik een toeter mee zodat hij kijkt waar hij loopt en dat ik even kan laten weten waar ik zit. Nu nog op zoek naar een goede steen waar ik een tijdelijk onderkomen van kan bouwen.

Aan het einde van de dag heb ik een fatsoenlijke steen gevonden, een paar stenen met kristal die we zelf mee hebben genomen uit de Pyreneeën. Het was even wat werk om er een soort van huis van te maken maar ik heb nu drie muren en een dak van vier verschillende stenen en een groot blad als deur aan de vierde kant want ik was te moe om nog een steen te gaan verslepen. Verder bestaat de grond ook uit verschillende bladeren en heb ik van een laatbloeiende bloem een bank gemaakt. Klein zijn heeft als voordeel dat je maar weinig nodig hebt maar als nadeel dat alles heel erg ver weg en heel erg zwaar en groot is. Morgen begint het leren vanaf onder deze steen…