dinsdag 24 april 2012

Het dorp verhuist...

“Zo, dus wie is onze babysitter voor vanavond?” Savanne vroeg het als een grap, maar zo voelde het dus echt. Nee, we hebben ons niet zo misdragen dat het hostel een oppas voor ons inhuurt, het gaat hier om een night-guard. In de afgelopen weken is er twee keer ingebroken en is ons gevoel voor veiligheid een klein beetje door de wc gespoeld. Hoewel Whethu voor ons als een thuis voelt, konden we de gespannen nachten (en de babysitters…) niet langer aan en hebben we onze spullen gepakt.
Op naar de campus!

De studenten van de School voor Journalistiek blijven traditie-getrouw normaal in de lokale backpack (vroeger de Old Gael, nu Whethu). Wij zijn waarschijnlijk de eersten in zeker tien jaar die ineens op campus wonen. In de comfort van een gedeelde kamer, waar studeren een stuk mogelijker is door het heel erg niet onbeperkte internet (we krijgen 4GB data per maand. WE ZIJN JOURNALISTEN OP INTERNET-RANTSOEN!!!!). Onze kippenhokken zijn misschien minder groot dan wat we hadden in het hostel, maar de muren zijn niet groen en er zitten geen kieren in de vloer of gaten in de muur. En er hangt een heater (je gelooft het of niet, maar winters zijn hier koud!) in elke kamer, wat belangrijk is gezien mijn sloffen nog in Amsterdam liggen…

Whethu verlaten was niet makkelijk, hoewel campus heerlijk klinkt en veel voordelen heeft (onze Dining Hall is een mini-Zweinstein waar elke dag drie maaltijden voor onze neuzen worden neergezet zonder dat wij er iets voor hoeven te doen) was  het hostel een soort thuis voor ons geworden. Een thuis waar we over klaagden van tijd tot tijd, maar wie doet dat niet? Dus het inpakken ging niet zonder slag of stoot, onze beslissing over verhuizen of niet is zeker acht keer veranderd in slechts drie dagen, en het daadwerkelijke vertrekken ging met emoties. Met lood in onze schoenen en pijn in ons hart zijn we uiteindelijk in de pick-up gestapt die ons naar Canterbury Annexe House bracht. Ons nieuwe thuis voor de laatste twee maanden, hopelijk doet het onze studie goed want Whethu was te afleidend en gezellig voor studeren.

zondag 22 april 2012

Het dorp verkent het land...

Oesters in Knysna
Zuid-Afrika, Nederland past er bijna 30 keer in. De natuur is al helemaal niet met elkaar te vergelijken (wij hebben koeien, zij hebben olifanten). Zelfs de manier van leven verschilt van elkaar als dag en nacht! Zuid-Afrika heeft een soort mysterie om zich heen hangen bij Europeanen. Leeuwen, olifanten, nijlpaarden, safari’s, Tafelberg, Kaapstad. De aantrekkingskracht tot het zuidelijkste land van het Afrikaanse continent is groot. Maar de afstoting ervan ook. Criminaliteit, aids, armoede, eenzaamheid.
Zuid-Afrika, het land van de grote tegenstrijdigheden en verschillen. Waar villa’s enkele meters van de townships vandaag liggen, van elkaar verwijderd door dikke muren en hekken waar stroom op staat.  Een land waar de Karoo (een semi-woestijn) maar enkele uren verwijderd is van de vruchtbare heuvels van de Wine Region en de zilte kusten van de Garden Route. Het land waar leeuwen en luipaarden zich in Kruger schuilhouden terwijl olifanten door Addo rondbanjeren. En het land waar nieuwsgierige uitwisselingsstudenten van Rhodes University vakantie vieren door rond te gaan reizen.
 Cheeta's aaien in Cango Wildlife Park - Oudtshoorn
Hoewel Zuid-Afrika te groot is om in twee weken te ontdekken, wilden we allemaal toch zoveel mogelijk zien. Lijstjes hebben we gemaakt. Struisvogels rijden in Oudtshoorn, wijnproeven in Stellenbosch, oesters eten in Knysna, de Tafelberg beklimmen, pinguïns aaien in Simon’s Town, maar vooral gewoon ontspannen en het land zien. In m’n eentje vertrok ik naar Kaapstad, met de gedachte Puck, Savanne, Amy, Laura en Martijn pas twee weken later weer te zien. Maar plannen lopen uiteindelijk altijd anders dan je zou denken en uiteindelijk eindigde ik weer in Kaapstad in hun gezelschap. Een sociologisch experiment noemde ik het; ‘Is Kaapstad leuker in gezelschap van vrienden dan in je eentje?’ Het antwoord: JA!
Abseilen van de Tafelberg - Kaapstad
De struisvogels in Oudtshoorn zijn agressief en oerdom, de oesters in Knysna heerlijk zout, pinguïns stinken maar zijn nog steeds erg grappig (vooral als Amy en Puck er stemmetjes bij gaan doen). Maar het vervoer in Zuid-Afrika is ook een ervaring op zich. Hoe vaak heb ik niet staan wachten op een bus die even twee uur of langer vertraagd was. In de kou in Grahamstown, midden in de nacht in Knysna, in de regen in George. Maar ook taxi-ritten en aangeboden liften waren een bijzondere ervaring. Je leert een land kennen zoals de locals er ook doorheen reizen. Dat krijg je, als je in je eentje vertrekt zonder een rijbewijs! Achteraf waren de dagen alleen heerlijk en leerzaam, maar de dagen met de rest waren over het algemeen gevuld met meer humor en met raardere situaties. Zuid-Afrika is een prachtig land, maar je kan je er heel snel heel eenzaam voelen.

woensdag 18 april 2012

Het dorp werkt en plant...

Grahamstown is een studentenstad, dus als de vakantie begint stroomt die ook volledig leeg. De paar studenten die achterblijven omdat ze hier wonen, of omdat ze niet weten waar ze heen moeten blijven als eenzame stakkers achter terwijl iedereen naar familie of vrienden gaat. De internationale studenten gebruiken zo’n vakantie uiteraard voor die reis rond Zuid-Afrika die ze al zolang voor ogen hadden.
Voorafgaande aan de vakantie martelt de universiteit zelf nog graag. De termijn loopt letterlijk af op de vrijdag van tevoren. Echt tijd om te plannen, je tas in te pakken en dingen te boeken heb je dus nauwelijks. Maar dat zal ons niet tegenhouden!
Tussen de boeken van Afrikaans en de readers van Journalism ligt de kaart van Zuid-Afrika uitgespreid. Reisgidsen zijn verstopt tussen andere dingen en het doel van de vakanties worden tussen neus en lippen door besproken. Natuurlijk moeten die essays af, maar concentreren is moeilijk als er een nieuw avontuur in het vooruitzicht is gesteld. Kaapstad, voor mij het begin voor de rest het eind, het ligt als een soort mythische bestemming op de kaart naar ons te lonken. De Garden Route of de Karoo? Hier verschillen de meningen over. Het zal betekenen dat ik alleen ga reizen, in mijn eentje Grahamstown de rug toekeer en me bij de stroom wegtrekkende studenten voeg. Moet toch te doen zijn! Misschien leer ik nog eens iets onderweg over op mijn eigen benen staan.

Maar toen raakte de realiteit ons ineens. Journalism is veel werk, er is nog één nacht over, we hebben onze tassen ook nog maar half ingepakt en we hebben een ernstig tijd tekort. Het geratel van toetsenborden was donderdagnacht overal in Grahamstown te horen. Studenten hadden zich verschanst in de lab’s die 24/7 open zijn. Koffiezetapparaten ronkten onafgebroken. Wakker blijven en werken, dat zullen we!