Tygo Gernandt. Bron: Features Agentschap |
Hij is bekend geworden door zijn rol als zware bajesklant, maar hier in Café Kobalt in Amsterdam zit geen slechterik. Tygo Gernandt is ontspannen en straalt. Van de gestoorde blik die hij heeft op het witte doek is geen spoor te bekennen.
Hij speelde een terrorist in de serie Offers, een psychotische Joegoslaaf met een vreemd verleden in Het Schnitzelparadijs, een zware crimineel in Van God Los en een rauwe verzetsman in de nieuwe film Süskind. Tygo Gernandt lijkt de rol van bad guy aan te trekken. Volgens hem komt dat vooral door zijn uitstralinn en de manier waarop hij kijkt. “Ik kan bijvoorbeeld heel lief lachen in een film, maar dan kijken mensen naar mijn ogen en denken ze toch ‘nee, daar zit iets achter’. Ik ben heel goed in die blik.” Hij vindt het leuk om een schurk te spelen, vertelt hij. “Ik hou van de rol van villain. Ik hou ervan dat ik het extreme mag spelen. Ik wil de rol zo neerzetten dat je van hem gaat houden, hoe slecht hij ook is.”
Lief
Volgens Gernandt is het makkelijk voor hem om de slechterik te spelen, omdat dit het tegenovergestelde is van wie hij werkelijk is. “Ik ben eigenlijk best wel lief. Als ik een psychopaat met kwade bedoelingen speel, speel ik het tegenoverstelde van wie ik echt ben. Als je echt slecht bent, dan moet je constant je eigen karakter bij het karakter dat je speelt vandaan zien te houden. Volgens mij is acteren dan veel moeilijker. Het spelen van een bandiet voelt voor mij juist aan alsof ik in een hele mooie attractie stap. Zoals een rollercoaster!” Tygo strijkt zijn haar uit zijn gezicht en grinnikt. “Nu moet ik natuurlijk wel even mijn imago redden, anders denkt iedereen dat ik heel erg lief ben. Schrijf maar op dat ik eigenlijk heel slecht ben,” zegt hij terwijl hij lacht.
Verzetsheld
Rol Piet Meerburg. Bron: Fu Works |
In de oorlogsfilm Süskind, van regisseur Rudolf van den Berg, speelt hij de rol van verzetsheld Piet Meerburg. “Dat was wel lastiger om te spelen. Ik kom niet in het hele verhaal voor dus ik kon geen spanningsboog opbouwen. Ik moest gewoon bij elke take waar ik inzat op hetzelfde niveau vlammen. De ondersteuning van de regisseur daarbij was gelukkig heel goed. Wat ik tot nu toe gezien heb, zag er geweldig ui..” De rol van verzetsheld lag Gernandt ook wel. “Meerburg is een rauwdouwer, en bovendien ondermijnt hij het gezag dus is hij toch wel de crimineel. Bovendien was het geweldig om met Jeroen Spitzenberger te werken. Ik ben echt verliefd op hem in deze film, hij speelt de rol van Walter Süskind (de directeur van de Hollandse Schouwburg) zo goed!”
Volwassen
Bij het toneelstuk Spuiten en Slikken, gebaseerd op het BNN-programma, gedraagt hij zich voorbeeldig. “Ik doe geen drugs of seks voor het programma, dat heb ik vanaf het begin al gezegd. Ik heb al die troep in mijn leven al gehad, daar heb ik geen zin meer in. Maar ik ben en blijf een acteur en ik zal het publiek exact laten denken dat ik echt iets gebruikt heb. Ik speel gewoon dat ik stijf sta van de coke, zonder iets te hebben genomen. Net zoals ik doe als ik in een film speel.”
Don’ts
Gernandt kent de onderwereld goed. Zijn oudere broer was op jonge leeftijd een lichte crimineel en zijn vader heeft de porno-industrie in Nederland op de kaart gezet. “Ik was er niet echt bij, want ik was nog heel jong. Bij de feestjes van mijn vader kwamen wel vaak mensen uit de onderwereld over de vloer.”
Zelf heeft hij ook wel ervaring met de donkere kant van de maatschappij. “Ik heb de meeste dont’s van het leven wel gehad, ja. Zo heb ik van mijn negentiende tot mijn eenentwintigste coke gebruikt, en ik blow nog wel eens. Ik ben geen drinker. Ik heb thuis wel een paar flessen wijn en champagne, maar die zijn voor als ik gasten heb.” Hij wenkt een ober en bestelt een kop verse muntthee.
Gernandt vindt het grappig als hij mensen hoort praten over zijn ‘verslavingen’, die hij allang niet meer heeft. “Het achtervolgt me wel altijd dat zoveel mensen denken dat ik alles doe. Terwijl dat helemaal niet zo is. Denk maar eens na: als ik bij Van God Los echt altijd coke zou hebben gebruikt, zou ik ruim 50 gram per dag moeten snuiven om die kop te kunnen houden. Dat kan ik gewoon spelen, zonder ook maar één gram troep op te hebben.”
Problemen met de politie heeft hij niet gehad. Hoewel hij wel lachend bekent ooit een auto te hebben gejat, iets in de fik te hebben gestoken en te hebben ingebroken. “Dat inbreken heb ik trouwens niet bewust gedaan hoor! Ik ging met mijn broer naar een feestje, en op het volgende moment stonden we ineens midden in een huis en kreeg ik een videorecorder in mijn handen gedrukt. Ik kon toen nog net bedenken; ‘goh, misschien is het nu slim om weg te rennen’.”
Zijn imago als bad boy beschermt hem ook, vertelt hij. “Als ik mensen niet dichtbij me wil hebben, omdat ze niet alles hoeven weten, dan gedraag ik me als één van mijn rollen. Dan ben ik stoer, en durf ik alles. Dat is mijn manier van zelfbescherming.” Op de rode loper hangt hij altijd de boef uit, die de pers uitdaagt en stunts uithaalt. “Zo zien mensen me op foto’s in tijdschriften. Daardoor denken ze dat ik echt zo ben.”
Slagersbijl
De enige verslaving die hij nu nog heeft is roken, vertelt hij terwijl hij een sigaret opsteekt. “Ik ben in het criminele circuit opgegroeid. Dat helpt me niet bij het acteren, want ik was toen nog zo jong. Zelf vind ik vooral de wereld van de maffia mooi. Daar weet je gewoon wie je vriend en wie je vijand is. Het is allemaal heel straight en duidelijk. Maar ik ben geen vechter, ik ben een prater. Als twee van die enorme gozers op me af komen in de kroeg om ruzie te trappen, herkennen ze me meestal wel. Ik doe aan thaiboksen dus ik ben wel gespierd. In zo’n kroeg is het dan altijd; ‘Aaah, Tygo man! Ja hij is cool, hij is cool.’ Ze kennen me natuurlijk van die rollen, en zijn toch altijd een beetje bang dat ik een psychopaat ben met een slagersbijl achter mijn rug. Die heb ik nu niet mee hoor!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten