maandag 6 februari 2012

Het dorp komt tot leven...

De straten van Amsterdam zijn wit en verlaten. Uit een kroeg op de hoek klinkt gelach, het licht van de lampen verlichten de met ijs beslagen ruiten. Sneeuw kraakt onder je voeten, fietsen gaat al niet meer. Daar is het toch echt te glad voor geworden. Dus trek je je fiets met moeite met je mee. De straatlantaarns worden niet langer weerspiegeld in het donkere water van de grachten, nu weerkaatst het licht zwak op het donkere ijs. Sommige plekken zijn helder, anderen bedekt door een dikke laag wit poeder. Koning Winter heeft lang op zich laten wachten, maar regeert nu dan toch met harde hand over Nederland!

De witte gebouwen zijn goed onderhouden, net als de grasvelden. De frisse geur van de bomen is over het hele terrein te ruiken). Studenten staan in paarse Rhodes-shirts de gloednieuwe studenten te begeleiden. De beschermende muren van de campus moeten de studenten verdedigen tegen al het kwaad van de grote, boze buitenwereld (lees; Afrika en alles dat niet naar Britse standaard is georganiseerd). En daarom is de shock groot dat het ook ontzettend leuk is in het hostel. “But you’re so far away!”  Is 20 minuten lopen ver? Volgens mij valt dat best mee.
Terwijl Nederland in de ban is van een sneeuwdeken is het hier in Grahamstown, Zuid-Afrika meer dan 25 graden. Dit dorpje is niet in de ban van sneeuw, maar van de terugkerende studenten die het weer leven inblazen, en de plaatselijke economie een boost geven. Langzaam wennen onze witte Nederlandse velletjes aan de brandende Afrikaanse zon, en raken onze geestelijke vermogens gewend aan het Afrikaanse tempo van leven. Al dat hectische gedoe uit Nederland hebben we bij de landsgrens proberen achter te laten, maar ongeduld bij het International Office van Rhodes University zullen we altijd wel blijven houden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten