zondag 18 september 2011

Parijs een stapje dichterbij op opening Film by the Sea

Strakke pakken, matchende tasjes en het geflits van camera’s. De Nederlandse glamour manoeuvreert zich over de rode loper van het Vlissingse Film by the Sea. Om eenmaal binnen met open armen te worden ontvangen door de champagnetafel.
Het dertiende Internationale Film Festival Film by the Sea is net als de voorgaande edities spetterend geopend met een bijzondere première. In 2009 opende het festival met de officiële première van de Nederlandse film De Storm, met daarop volgend een groots feest voor de crew en genodigde gasten. Dit jaar is die eer gegeven aan Midnight in Paris van Woody Allen. “We groeien gewoon door, bezuinigingen of niet,” aldus Leo Hannewijk, directeur van het festival. En dat klopt, want elk jaar zijn er nieuwe onderdelen in het programma van het festival te vinden.
Parijs-gevoel
De openingsavond blijft in de ogen van de organisatie een juweeltje. Midnight in Paris, de nieuwe film van Woody Allen, draait hier zijn Nederlandse première. De spreker van dit jaar bij de opening is Philip Freriks, vooral bekend van zijn jaren als nieuwslezer bij de NOS. Freriks vertelt over het “Amerikaanse Parijs-gevoel”. In de jaren twintig (waarin Allens film zich gedeeltelijk afspeelt) was Parijs  “the colourblind city”, waar het niet uitmaakte wat je huidskleur was en waar iedereen vrij was om te doen en laten wat hij wilde. Veel Amerikaanse kunstenaars verhuisden daarom naar de Franse hoofdstad. “In de jaren twintig woonden er tienduizenden Amerikanen in Parijs. In die tijd was er de drooglegging in Amerika, ik weet niet of het één iets met het ander te maken heeft, but who knows, right?” De zaal grinnikt om Freriks nonchalante opmerking.
Als Freriks klaar is begint de film. Het publiek geniet en raakt betoverd door de schoonheid van Parijsen haar geschiedenis. “Wie stapt er morgen met me mee in het vliegtuig naar Parijs?!” Uitvoerend producent Mardou Jacobs, bekend van onder andere Ik ook van jou (2001), Cool (2004) en Tirza (2010), heft haar glas op naar haar collega’s als ze de bioscoopzaal verlaten.
Decor
Jacobs’ wens lijkt echter iets eerder in vervulling dan ze waarschijnlijk had verwacht. De ontvangsthal waar zonet nog de champagnetafel stond is veranderd in Parijs. Decors zijn tevoorschijn gehaald, een karikaturist zit met zijn gerei te wachten op klanten en straatlantaarns verlichten de zaal. Gasten zoenen elkaar ‘op z’n Frans’ op de wangen en heffen de glazen wijn. Erik de Bruyn, regisseur van de nieuwe komedie De President, laat zich de wijn goed smaken. “Midnight in Paris is de zoetste film van Allen tot nu toe. Maar je geniet er toch van!”
De zeestad Vlissingen en de modestad Parijs mogen dan weinig met elkaar gemeen hebben, hun bewoners hebben dat des te meer. Elkaars kleding wordt bewonderd, wijn vloeit en zelfs fijnproevers kunnen zich op dit moment net zo thuis voelen in Vlissingen als in ‘Paris’. Franse kaasjes, worstjes en patés worden rondgedragen en de jongens die de oesterbar runnen kunnen het tempo bijna niet bijhouden, zo snel worden de delicate zeevruchten verorberd. Bij de oesterbar staat Sylvia Hoeks ( De Storm, Tirza, De Bende van Oss)) die geniet van de zilte smaak van de schaaldieren. En Paul Verhoeven begroet kort collega’s voor hij naar de hapjes toeloopt.

Het enthousiasme over de film en de gezelligheid door de drank vieren hoogtij.Maar aan alles komt helaas een eind. Terwijl de goody-bags, waar ook een klein flesje whiskey  inzit – “Als slaapmutsje,” grapt het meisje van de garderobe –, aan de vertrekkende gasten worden overhandigd kijkt directeur Hannewijk glunderend om zich heen. Commissaris van de Koningin van Zeeland, Karla Peijs, sprak tijdens haar speech de juiste woorden over het festival; “Film by the Sea is één en al glitter en glamour, zien en gezien worden, sterren spotten. Maar de Vlissingers zijn er gek op!”

vrijdag 16 september 2011

Een autobiografisch plaatjesboek over een speeltuin

‘A book for children who like to dream big’. Een plaatjesboek voor ieder kind dat het speelgoed is ontgroeid, en dat de stap naar het nieuwe speelgoed heeft durven nemen; de stap naar internet. Nalden (Ronald Hans) is zo’n kind, zijn website (www.nalden.net) is zijn eigen speeltuin.

600.000 bezoekers per maand, bedrijven die smachten naar zijn aandacht en zeer succesvolle blogs. Naast een grandioze internetcarrière en presentaties over de hele wereld, heeft Nalden inmiddels ook een boek uitgegeven; From blogger to brand, NALDEN.
Foto’s
Zijn website is net een speeltuin, met alles wat Nalden persoonlijk interesseert en niks anders. Maar ondertussen net zo druk, chaotisch maar tegelijkertijd verbazingwekkend interessant en verleidelijk als een echte speeltuin. Zijn boek is het extraatje bij de blog, en bestaat uit honderd foto’s die Nalden sinds 2007 met zijn iPhone heeft gemaakt. De foto’s zijn voorzien van kleine blogtekstjes, die uitleg geven. Hiermee heeft Nalden een autobiografisch plaatjesboek gecreëerd. Ineens kunnen mensen zich identificeren met het ‘internetsucces’, dat ook gewoon dagen werkt, avonden met vrienden gaat stappen, en doodnormale dingen op straat grappig vindt.
Het boek is door Nalden, samen met designmaatschappij Dog and Pony ontworpen. Het uiterlijk doet denken aan een iPhone, wat een leuke en grappige toevoeging is aan het boek. Lebowski Publishers hielp Nalden dit nieuwste van zijn succes de wereld in te krijgen.
Tips
Nalden stelt een vraag in zijn boek; ‘Wat would you attempt to do if you knew you could not fail?’ Zelf zou hij blijven doen wat hij nu doet, zo beantwoordde hij zijn eigen vraag in het Parool op 27 augustus. Op die manier wordt het boekje, dat eigenlijk uit honderd normale foto’s bestaat, ineens een dieper stukje werk. Want hij geeft ook tips, tips die handig kunnen zijn als je probeert je droom te bereiken.
Autobiografie
Helaas, zelfs ondanks de tips blijft het boek een verzameling van honderd snapshots. Soms zijn het opvallende foto’s, soms hele grappige, maar soms ook foto’s van zo’n slechte kwaliteit dat je ze over wilt slaan. From Blogger to Brand is misschien een potentiële nieuwe vorm van een autobiografie, met een interessante vormgeving maar het is vooral interessant voor mensen met belangstelling in Naldens blog. Nalden vertelt er met een grote glimlach over in interviews, en staat ook vaak lachend op de foto. Het is zijn tactiek want, zoals hij zelf zegt, ‘Smiling is te key to success’

From Blogger to Brand; Nalden

Lebowski Achievers & Nalden

Paperback

ISBN: 9789048808663

220 pagina's

zaterdag 10 september 2011

Gesprekken in de trein, deel 4

‘Wat ruik ik?’ Ik kijk op van mijn boek. Dat is wel een heel bekend luchtje. Zoekend kijk ik om me heen, net als de twee oudere dames in de vierzits naast me. Ze beginnen te giechelen als ik de ‘verspreider’ in zicht krijg. Twee jongen, in de vierzits schuin tegenover me, gekleed in ‘skater-outfits’, zijn bezig met het slopen van een aantal sigaretten. Tussen hen in staat een geopend zip-lock zakje met een zeer bekend ‘kruid’ erin. De overblijfselen van de sigaretten verdwijnen snel in de prullenbak en de tabak, met ‘extra inhoud’, wordt soepel en snel veranderd in een lange joint. Een joint gekleed in vloeipapier met vrolijk dansende aardbeitjes erop…
Inmiddels ruikt de hele coupé naar wiet, en als ze zo doorgaan met het maken van joints hobbel ik straks zo stoned als een garnaal de trein uit. Één van de twee jongens heeft een oplossing bedacht voor de geur, kennelijk zijn ze toch wat zenuwachtig voor als er een conducteur binnenkomt. Dus komt er een deodorant tevoorschijn, gevolgd door twee vrolijke zwaaibewegingen met zijn arm. Iedereen in een straal van twee meter om de zwaai heen begint te hoesten. Dit is een goede nominatie voor de eerste plek in ‘Stommiteit van de Dag Contest', hoewel een joint rollen in de trein sterk meedingt naar die plek, Ik focus me weer op mijn boek, tot de snijdende deo-geur ineens weer wordt verdreven door de zoete wietlucht. Serieus?? Één was nog niet genoeg? Oké, de joint in de trein wint de ‘Stommiteit van de Dag Award'! Als de joint af is worden ze opgeborgen in twee kokertjes. Één van de jongens zet zijn muts recht, de ander ruimt de spullen op. Een muziektijdschrift wordt uit een tas gehaald, net als een iPod met koptelefoon en een blikje bier. Het blikje wordt opengetrokken en aan de mond gezet. Alles aan de jongens straalt uit dat ze zichzelf heel stoer vinden. “Ugh Bavaria, dat is toch niet te zuipen schat.” Ik stik bijna in de slok water die ik net nam. Verstond ik dat nou goed? “Jij zuipt Heineken, dus ik kan sowieso beter drinken.” Die toon, serieus? Ik dacht dat homo’s alleen in cynische Amerikaanse sitcoms zo klonken… Laten we even duidelijk stellen dat ik niks tegen homo’s heb! En ook niet tegen Amerikanen, of cynisme. “Dat kan best zijn, maar ik kleed me tenminste beter.” De trein komt tot stilstand, de twee jongens stappen kibbelend als twee middelbare-school-meisjes uit. Ik zit nog een beetje verbaasd in mijn stoel. Opnieuw heb ik de uitdrukkingen ‘never judge a book by it’s cover’ in mijn gezicht gegooid gekregen.

maandag 5 september 2011

Gesprekken in de trein, deel 3

“Waar blijft die trein?!” Het perron op Amsterdam Bijlmer Arena stroomt steeds voller, voor zover dat nog mogelijk is gezien het feit dat iedereen tot de roltrap op elkaar gepakt staat. Honderden gesprekken lopen door elkaar, een groep jongens heeft het over voetbal, een aantal meiden heeft het over het creëren van ‘smokey-eyes’, weer andere mensen kijken geïrriteerd op hun horloge. Dan komt de trein eindelijk, een sprinter. Zodra de deuren opengaan heeft niemand een kans om uit te stappen, iedereen begint onmiddellijk te dringen om binnen te komen. Maar zelfs als iedereen zijn/haar buik inhoudt past nog maar de helft van de wachtenden in de trein. Volgens mij is die trein vol man!” “Jongens even duwen!!” “Ja joh, kom op zeg! Wij willen er ook nog bij!” Geen kans. Als sardientjes bij elkaar gepropt in een blikje - een heel lang, snelrijdend, wit-blauw-geel blikje – zitten we in de coupés gepropt. Er kunnen echt geen mensen meer bij, volgens mij is de maximum capaciteit van de trein allang overschreden, en de sprinter komt langzaam en piepend in beweging. De gesprekken van het perron worden voortgezet en de trein begint zich te vullen met lawaai, de benauwdheid van zoveel mensen bij elkaar en, langzaam en gevaarlijk als een tijger wachtend op zijn prooi, de stank van rokers, zwetende mensen, overdosissen parfum en verschillende versies van de ‘knoflook-adem’. Als een muur van pure kwaadaardigheid schuift deze combinatie van coupé naar coupé. Gekraak klinkt bovenin de trein en een blikken computerstem komt tot leven. “Het volgende station is Duivendrecht. Station Duivendrecht. U kunt hier…” De rest gaat op in de honderden niet-computer-stemmen “Ik kan me nergens vasthouden!” “Joh, dat heb je toch niet nodig.” En dan gebeurt het, de trein begint te remmen! “Woooooh…!” Eerst één stem, van iemand die als eerste zijn/haar evenwicht verliest, en vanuit daar klinkt het klassieke domino-effect door. De halve coupé valt bij in de klank, en gaat onderuit. Als de trein stilstaat krabbelt iedereen snel overeind, want in de halve seconde dat de trein zich vult met nieuwe zuurstof (en nieuwe passagiers) herleven de reizigers, als bloemen die na weken van droogte ineens weer een regenbui over krijgen. Weer gekraak, nu gevolgd door een menselijke stem. “Dames en heren, zoals u kunt merken zitten we errug vol. Dit komt door een storing tussen Amsterdam en Breukelen. Onze excuses voor het ongemak.” Druk? Echt waar? Dat was me nou niet opgevallen. Ik kijk naar de grond. Waren mijn tenen altijd al zo pannenkoeken-plat?