dinsdag 13 maart 2012

Het dorp is verdeeld...

Voor een land dat ruim veertig jaar onderdrukt is geweest door wetten die enkel sloegen op je huidskleur heeft Zuid-Afrika nog steeds een verrassende fascinatie met ‘rassen’. Dit gaat zo ver dat er geen enkel formulier in dit land te vinden is waarop niet het vakje ‘race’ staat.
Waar wij in Europa echt wel spreken van ‘nationaliteit’ beoordelen we naar mijn weten niemand op huidskleur, maar hier in Afrika ben je wel degelijk blank, zwart, Aziatisch of ‘coloured’. Je wordt er niet anders door behandeld, maar het is van een soort levensbelang dat je die vraag ten alle tijden invult. En wij Europese uitwisselingsstudenten staan er elke keer met grote verbazing naar te kijken. Want sinds wanneer maakt het nou in godsnaam uit welke huidskleur je hebt?
Kennelijk hebben we het belang van ‘ras’ toch behoorlijk onderschat.  Op een dagelijks vlak merk je het. De verdeling van Grahamstown bijvoorbeeld; hoe dicht je bij de universiteit komt, hoe ‘Westerser’ (vooral Engels) het wordt. En hoe verder je ervan af fietst, hoe meer je belandt in het ‘echte Afrika’ met voornamelijk locals die Xhosa spreken. Maar we merken het ook als we boodschappen doen in de lokale supermarkt. Hoewel ze volgens mij eindelijk beginnen te wennen aan onze verblindende witheid (bruin worden is de afgelopen dagen niet echt gelukt…), waren we zeker in het begin een soort attractie. Openlijk aangestaard worden voelde nog nooit zo oncomfortabel, vooral omdat we geen woord Xhosa spreken en dus geen flauw idee hebben waar ze het over hebben. En sommige gasten in ons hostel symboliseren het ook. Zo hadden we laatst een groep jongens hier op ‘bezoek’ die simpelweg stelden niet van ‘zwarten’ te houden, en dat ze die niet vertrouwden. Daarnaast zeiden ze ook vaak homo’s in elkaar te slaan dus dat zegt misschien meer over dit soort mafkezen…

We begrijpen dat de apartheid natuurlijk slechts iets meer dan 20 jaar  is afgeschaft, en dat een land de tijd nodig heeft om bepaalde gewoontes af te schudden. Maar serieus; waarom zoveel nadruk op een huidskleur?

donderdag 8 maart 2012

Het dorp zit op school...

Of het aan het feit dat ik in Zuid-Afrika ben ligt, of aan iets anders. Ik weet het niet, maar het viel me laatst ineens op dat je je op deze universiteit amper gestresst kan voelen. Terwijl ik in Utrecht dagenlang op kan winden over opdrachten die ik nog moet maken, to-do-lists die steeds langer worden en boeken die nog gelezen moeten worden, ben ik hier op de campus de kalmte zelf. Omringt door het geluid van tikkende toetsenborden, en het gekraak van hersenen in de bieb lees (en beantwoord) ik bijna elke dag mijn emails, houd ik mijn blog een beetje bij en doe ik zo nu en dan zelfs nog wat huiswerk. Zo heb ik al een volledig uitgewerkte gedachtenstroom voor een essay dat pas over drie weken ingeleverd moet worden! En geloof me, ik ben normaal niet iemand die vooruit loopt op huiswerk…
Rhodes University is niet te vergelijken met Utrecht. Waar de Uithof een betonnen plaat is, die vers uit de fabriek met helikopters op zijn plek gezet lijkt te zijn gezet (met gebouwen en al), is de campus van Rhodes een soort oase. Grote grasvelden waar je in de schaduw van bomen kan gaan lezen, leren, of slapen. Terwijl vogels om je heen tjilpen en een heerlijk briesje wind je een beetje afkoelt. De bibliotheek is, zoals ik al zei, een oase van rust, met special ‘group study rooms’ zodat mensen die iets moeten bespreken de andere studenten niet storen. Het is verbazingwekkend te noemen!
Je ogen de kost geven in de bibliotheek is trouwens ook best interessant. Nergens Faceboko, of Twitter, of Youtube! ‘Assignment of Learning Styles’, emails over ‘researchgroups’, ‘System Approach (cont.)’, iedereen in deze bieb is daadwerkelijk aan het werk! Nou ja, iedereen behalve die eigenwijze kaaskop die haar blog hier bij zit te werken dan… Ik zou me bijna gaan schamen, bijna dan.

donderdag 1 maart 2012

Het dorp staat in brand...

Grote grijze wolken rollen met de wind mee, de lucht in. De bijtende geur van brandend hars, afkomstig uit rokende bomen bereikt in vlagen onze neusvleuges. Vanaf de campus zagen we de donkergrijze walm van rook al opstijgen, en zoals het een journalist betaamt was onze nieuwsgierigheid geprikkeld. Was dit afkomstig van campus? Of had de droogte ergens anders zijn slag kunnen slaan?
Het grasveld zag er nog even aanlokkelijk uit, maar nu fiets ik zoekend over campus. Hier is het niet van afkomstig, of het moet van een meer afgelegen gedeelte komen. Somerset Street dan maar op, de heuvels in. De donkere rookwolken komen steeds dichterbij, ik kan nu bijna zien waar ze vandaan komen. Hoe dichterbij ik kom, hoe meer mijn ogen beginnen te prikken. De rook wordt niet alleen Market Street, volledig gehuld in de schaduw van de rook, ingeblazen maar rolt ook langs de weg Somerset Street in. Mensen staren naar de plek waar de brand plaats moet vinden. Maar het huis waar het waarschijnlijk omgaat is volledig omringt door bomen, die het (zo te ruiken) duidelijk zwaar te verduren hebben.
Het is bijna 30 graden en het is zeker deze week nooit onder de 25 graden geweest, zonder enige vorm van regen. Het gras op de velden van Rhodes begon al te verkleuren, net als de bladeren van de bomen. Rhodes verzorgt zijn terrein met een overdaad aan water, dus het laat te raden over hoe andere planten er aan toe zouden zijn. Met deze droogte is een brand, en aan de rook te zien gaat het zeker niet om een kleine brand, een grote klap en een groot probleem. Want het waait, en overslaan kan zo gebeuren. Waar is de brandweer? En waar zijn de bewoners van het huis? De bomen en het hek maken het onmogelijk om in de buurt te komen, en ik heb geen telefoonnummers of enige kennis van waar politie en brandweer in Grahamstown zijn gepositioneerd. Het enige wat ik kan doen is me omdraaien, en hopen op het beste…
De volgende dag horen we dat een gedeelte van de plaatselijke basisschool is afgebrand, de reden is nog onbekend. Geen gewonden, en de rest van de school staat nog. Maar waarom de droogte nou net een basisschool te pakken moest nemen...