donderdag 24 mei 2012

Het dorp is internationaal...

Als exchange student aan Rhodes University heb je één ding dat altijd op je dak zit; het International Office. Ze zouden het enige contact met onze eigen universiteit moeten zijn, maar dat contact loopt meestal zo moeizaam dat we ze daar maar niet voor gebruiken. Ze liepen echter al weken te zeuren of we niet met de International Parade mee wilden doen. Konden we niet op het podium een klompendans uitvoeren, of het volkslied zingen? Want het Wilhelmus is zo vrolijk… Nu gaat onze vaderlandse liefde niet verder dan, inderdaad, Koninginnedag en we wezen het verzoek telkens weer van de hand. Tot ons huis ons vertelde dat zij Nederland hadden uitgekozen om te vertegenwoordigen in de parade. Tja… Als je huis speciaal voor jou een land kiest, dan heb je eigenlijk geen keuze meer. Dus zo stonden we ’s ochtends de Nederlandse driekleur op de wangen van onze huisgenoten te schilderen, zelf getooid in oranje shirts. De playlist die Puck had gemaakt (Viva Hollandia, Hup Holland Hup, het Wilhelmus, 15 miljoen mensen…) schalde door ons huis, waarna die doodleuk meeging naar de parade zelf.
Ik zei net Koninginnedag, het gemis van oranje en overdadig Hollandse muziek is groot hoor. Het is een feestdag die ik thuis nooit echt zou missen, maar als je hem ineens mist omdat je ergens in het buitenland studeert baal je stiekem toch een beetje. Vooral als je de halve dag in een bus zit van Durban naar Grahamstown, maar dat is een ander verhaal! Gezien je niet echt op z’n ‘Koninginne-dags’ rond kan lopen op de campus zonder naar de schoolpsycholoog te worden gestuurd voor diepgaand onderzoek naar de status van je geestelijke gezondheid, hadden we het oranje-gemis nog niet aangevuld. Tot de International Parade dus…
Dat gevoel dat je hebt tijdens Koninginnedag? Dat je weet dat je er als een idioot bijloopt maar het kan je niks meer schelen omdat je een saamhorigheidsgevoel hebt met alle andere idioten? Dat gevoel werd bij ons opgewekt terwijl we met onze, zeer Afrikaanse, huisgenoten onder de Nederlandse vlag liepen en Viva Hollandia door het dorp lieten schallen. Voor ons liep de Amerikaanse vertegenwoordiging, achter ons die van Zambia. De laatste hadden trommels en zongen al net zo vrolijk als wij. Heel Grahamstown, met Rhodes als het ‘toonbeeld’ van het Britse universiteitssysteem in Zuid-Afrika, was heel eventjes een verzameling van alle andere landen. Maar voor ons was het heel eventjes onze meest getikte feestdag.

We wonnen uiteindelijk wel de prijs van ‘meest enthousiaste vertegenwoordiging’. Dan was het urenlange beluisteren van Viva Hollandia toch nog ergens goed voor…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten