donderdag 11 augustus 2011

'Ideaal voor aan het zwembad'

Als mensen op vakantie gaan, is één van de dingen die altijd in de tas (of koffer) wordt gestopt dat lang vergeten boek. De excuses die je het hele jaar had om het niet te lezen worden in de vakantie-periode niet geaccepteerd, en de recensies prijzen het aan als ‘literair meesterwerk’, ‘echte pageturner’ en ‘ideale lectuur voor aan het zwembad’. Nu heb ik oprecht geen idee wat een boek wel of niet zwembad-waardig maakt, maar het schijnt nogal wat te betekenen want ineens gaat zo’n ‘ideaal boek voor aan het zwembad’ miljoenen keren over de toonbank. Misschien is het een waterbestendige versie? Maar dan, de dag voor vertrek, lopen mensen nog een keer de boekwinkel binnen. Daar ligt toch wel een heel interessant tijdschrift. Nee ik had die versie van ‘bruin worden in 14 dagen’ nog niet. ‘De honderd beste vakantietips’, ach neem die ook maar mee. ‘Tien manieren om je barbecue aan te krijgen in de regen’, komt vast ook wel van pas. En zo vertrekken mensen met twee boeken, en honderd tijdschriften op vakantie.
Na lang worstelen staat de tent, is alles uitgepakt en heb je eindelijk de handleiding van je muskietennet, die uiteraard enkel in het Spaans was geschreven, kunnen ontcijferen met de hulp van die ontzettend aardige buurman zodat je vanavond niet eindigt als slapend muggenbuffet. Eindelijk kan je lekker aan het zwembad liggen, met die ideale (waterbestendige?) lectuur uiteraard. Maar dan ineens voel je hoe warm het eigenlijk is en besluit je even een snelle duik te nemen. Om af te koelen. Na die heerlijke verademing in dat koude water is het natuurlijk tijd om het geweten te sussen. Dus wordt, met lichte wrok, het boek geopend. Je moet immers wel tegen je vrienden kunnen zeggen dat je het eindelijk gelezen hebt. Met moeite wordt er door de eerste tien pagina’s geworsteld voordat er een blik op het horloge wordt geworpen. Is het al zo laat?! Dan wordt het toch tijd om de barbecue te ontsteken, later is er wel weer tijd voor dat boek.
En zo verstrijkt de vakantie. Met vlijt wordt er door de tijdschriften heen gewerkt (wie wil er nou niet weten hoe je een barbecue aansteekt terwijl het stroomt van de regen en met windkracht 10 waait?) maar het boek verpietert. Met moeite zijn er misschien honderd pagina’s gelezen als het weer in de koffer eindigt. ‘Ideaal voor aan het zwembad’, het klopt. Het boek is ideaal voor aan het zwembad, als ornament bij een ligstoel.

zondag 7 augustus 2011

Middeleeuwen in het heden


Doedelzakmuziek klinkt door de overwoekerde steegjes van Eymet. De geur van gebraden vlees waait over het aangrenzende plein, waar een Middeleeuwse markt uit de geschiedenis is teruggekeerd. De wijde hoepelrokken zijn voor het weer in augustus echter een beetje warm.

In augustus keert in Aquitaine de geschiedenis enkele dagen terug naar het heden. De lokale dorpen worden omgetoverd naar hun ‘oorspronkelijke’ staat. De dorpjes en inwoners vieren hoe hun dorpen zijn ontstaan, allemaal zijn het oude vestingen uit de tijd voor de Honderdjarige Oorlog. Met festiviteiten als grote markten, nagespeelde riddertoernooien en gezamenlijk eten onder de kerktorens is dit een jaarlijkse traditie in deze streek. In Eymet, dat zelf ook zo uit de Middeleeuwen zou kunnen komen met de oude gebouwen en het machtige kasteel, is het dorp gehuld in de kleuren van het Hertogdom Aquitaine.

Paardenpoep

Steenhouwen, houtdraaien, leerlooien, boekenstalletjes met enkel boeken over de Middeleeuwen en een ‘bijenkraam’ met honing en waskaarsen van de eigen bijen. De markt die zich buiten de vestingpoorten afspeelt voelt bijna authentiek, met de juiste kostuums en de juiste uitstraling. Bezoekers eten met smaak van het zelfgemaakte honinggebak en suikertaart, terwijl ze zelfgeslagen leren riemen door hun handen laten gaan. Vlak naast de poorten naar de ‘luchtplaats’ staat de ‘lokale kruidenvrouw’, met genezende stenen en kruiden. In de 12de eeuw hoefde zij kennelijk nog niet bang te zijn als heks op de brandstapel te eindigen. Haar huifkar is uitgedost met sjaals, planten en potjes en kommetjes met dubieuze inhoud.

Frans, Engels, Nederlands, Spaans, talen lopen door in de lessen in boogschieten of kalligrafie, die binnen de vesting plaatsvinden. Op de ‘luchtplaats’ tonen valkeniers trots hun vogels, naast de oude duiventil. Op het toernooiveld draven ridders op paarden terwijl ze hun lansen oefenen op stropoppen, kinderen mogen zelf een ritje maken door de vesting op een pony. Het toernooiveld ruikt sterk naar zand, zweet en paardenpoep. Een ridder keert zijn paard om en draaft door de vesting, met getrokken zwaard rijdt hij op drie ‘indringers’ af. De indringers dragen trots de Franse Lelie, het symbool van de Franse koning. De ridder, met het wapen van het Huis Plantagenet op zijn borst, laat zijn paard stijgeren en de drie koningsgezinden worden door het publiek joelend de vesting uit ‘gejaagd’. Men geniet van het schouwspel en de ridder ontvangt trots het luide applaus.

Oorlog

Deze jaarlijkse traditie is om de herkomst van de dorpen te vieren. In 1137 werd Eleonora van Aquitaine de Hertogin van Aquitaine. Haar huwelijk met toekomstig koning van Frankrijk, Lodewijk de Zevende, werd snel ontbonden en zij hertrouwde met Hendrik de Tweede van Plantagenet, hertog van Normandië, hertog van Bretagne en twee jaar na het huwelijk ook nog eens koning van Engeland. Als bruidsschat kreeg Hendrik ook de medezeggenschap over Aquitaine. Het echtpaar had in de gebieden veel meer invloed dan de Franse koning Lodewijk de Veertiende. Dit schoot Lodewijk het verkeerde keelgat in en hij verklaarde de oorlog aan Normandië, Bretagne en Aquitaine. Voor de strijd kreeg elk dorp een vesting, met donjon, stadsmuur en militairen. In de periodes van wapenstilstand en vrede bleken deze vestingen behoorlijke economische ondersteuning te bieden aan de dorpelingen, waardoor hele dorpen opnieuw begonnen op te leven. Hierdoor bleven de dorpen, op het Fransgezinde Castillonnes na, trouw aan Eleonora en Hendrik.

En dus worden in het heden, in augustus de kleuren van het Hertogdom Aquitaine met trots getoond, samen met het wapen van het Huis Plantagenet, als een soort hedendaagse trouw aan de adellijke heersers uit de 12de eeuw. En worden koningsgezinde indringers met veel plezier door de dappere ridders verdreven.

donderdag 4 augustus 2011

Stad en Buiten - Part 1

Sluit je ogen, en focus je volledig op je gehoor. Daar, het geluid van de bus, die elk uur deze route rijdt. De uitlaatgassen van de auto’s, het stoplicht is dus op groen gesprongen. Het geluid van mobiele telefoons, die rinkelen en opgenomen worden. Een verhit gesprek aan een telefoon, zou de eigenaar boos zijn? De woorden vervagen door de rest van het straatlawaai. “…afspraak is afspraak…” Dat is het enige dat je nog opvangt. Getoeter, gevloek, het geluid van een fietsbel met razend getier er achter aan. Een fietser die bijna overhoop werd gerezen fietst al mopperend verder. De bel blijft amper een seconde stil. Kakelende toeristen komen de bus uit, steken over zonder uit te kijken, en worden boos als ze bijna omver worden gefietst. In een rap tempo hoor je scheldwoorden in de meest uiteenlopende talen.

Opnieuw dringen uitlaatgassen je neus binnen, een bus heeft geparkeerd. Om nog meer toeristen af te zetten. Langzaam stromen de mensen om je heen, het zijn er zo veel, en je oren moeten zoveel geluiden registreren. Het plein waar je staat wordt zo rumoerig dat je jezelf nauwelijks kan horen denken. Dank ruik je iets nieuws. Er staat iemand naast je, hij (of zij, natuurlijk) rookt een sigaret. Ondertussen staat iemand anders te bellen. De beller lacht hard, de roker gooit het restje van zijn sigaret op straat. Het stoplicht houdt op met tikken, het is groen. Mensen dringen heen en weer langs elkaar heen om de overkant van de straat te bereiken. Je hoofd begint te bonken, het is warm, het is druk en de irritatie van alle mensen om je heen loopt op. Net op het moment dat je het echt niet meer trekt open je je ogen.



Onder je voeten knisperen bladeren. Er valt iets achter je, je kijkt om. Kleine knaagdieren stoeien om een beukennootje. Door het bladerendak vallen dunne banen zonlicht. Een roodborstje tjilpt uit volle borst, in een poging over het gekras van een schorre kraai heen te komen. Je neus vult zich met de geur van droge boomstammen, vochtige bladeren en verse aarde. Verderop hangen een paar bramen, zo rijp dat ze bijna vragen om geplukt te worden. Je hoofd wordt langzaam leeg, de drukte sijpelt weg, de rust keert terug.