Wat doe je als je ineens voor de mogelijkheid staat om je film online aan het publiek aan te bieden? Hard wegrennen? De kansen grijpen? Of raak je verstrikt in een net van rechten, kosten en andere ingewikkelde zaken?
Voor filmmakers is dit een terugkerend dilemma. De ‘nieuwe generatie’ wil een film kunnen kijken op de laptop, en omdat die niet legaal te krijgen zijn downloaden ze maar van ‘duistere’ websites waar de makers geen geld van krijgen. Volgens Wendy Bernfeld is de traditionele media zoals bioscopen en televisie steeds meer ruimte aan het inleveren aan het internet, en daarom distributeurs moeten meer interactie hebben met de kijkers. Dit kan volgens haar goed doormiddel van aanbieden via het internet, waar mensen zelf hun reacties achter kunnen laten. Ook is het internet een medium dat ‘interactieve tv’ toestaat, waar mensen zelf keuzes in films zouden kunnen maken.
Hier haakt Ellen Hoffmann even in. Hoffmann is uitvoerend producent bij Submarine en het bedrijf is nu bezig met een interactief project: The Alzheimer Experience. Bij deze interactieve films, die enkel op internet te vinden zijn, kan men het proces van alzheimer zelf meemaken door te wisselen tussen verschillende perspectieven; die van de man met vergaande alzheimer, zijn vrouw (met beginnende alzheimer) en de zoon van het stel. Nu het programma een succes is op internet, wil Submarine het misschien op tv overbrengen. En hier ontstaat het probleem van de rechten. Want hoe ga je dit de schrijvers, de acteurs en alle andere deelnemers voorleggen? Jetse Sprey is advocaat. Volgens hem krijgen in Nederland wettelijk gezien alle ‘makers’ (van scenario tot montage) een ‘recht’ op een film, tenzij zij deze doormiddel van contracten afstand van doen. Hoe meer rechten de producenten of distributeurs ‘verzamelen’ met contracten, hoe makkelijker het voor hun is om een film ook op On Demand of internet aan te bieden. Veel makers zullen het hier niet mee eens zijn, begrijpelijk of niet, en kiezen er dus voor hun recht aan een belangengroep als de VEVAM, NORMA, BUMA/STEMRA of dergelijke te geven, aldus Sprey. Deze belangengroepen geven de rechten niet op, hoe aanlokkelijk de contracten ook zijn, maar dit geeft botsingen. Want hierdoor loopt het hele proces van second media vast. En volgens Bernfeld is dit een doodzonde. “If you always do, what you’ve always done. You always get, what you’ve always gotten.” Zo stelt zij het, en zo simpel is het ook. Bernfeld stelt dat er uiteraard een verschil is in een nieuwe film meteen op internet aanbieden, of een oude film een soort ‘herintroductie’ geven.
Inmiddels zijn er ook al enkele shows die dankzij internet bijzonder populair zijn geworden. Zo begon True Blood met zogenaamde ‘webisodes’ en is het nu een hit op de Amerikaanse tv’s. Desperate Housewives kreeg een volledig nieuw publiek erbij toen de show On Demand te krijgen was bij Ziggo en UPC en op de iPad en inmiddels heeft zelfs Pathé zijn On Demand (voor 24/7 online huren) de lucht in geholpen. Volgens Sprey is het onzin dat mensen bang zijn hun rechten kwijt te raken als materiaal online komt. Hiervoor is de ‘bestseller-clausule’ inmiddels aangepast. Als de film in de bioscoop of het internet een hit is en zeer goed verkoopt, gaat de compensatie voor je rechten omhoog. En doet een distributeur of producent jarenlang niks met je materiaal? Na een vastgestelde tijd op een plank stof te hebben gevangen krijg je je rechten gewoon weer terug. Bernfeld gaat hier op in, want de discussie ontstaat namelijk of mensen niet gewoon blijven downloaden. Nee, stelt zij, uit onderzoek blijkt dat mensen best bereidt zijn om te betalen voor hun film als ze die online kunnen huren. Het bewijs is Ximon.nl, die alleen maar groter wordt. En bovendien, een film via iTunes aanschaffen en zo op je iPad of iPhone bekijken, hoe verschillend is dat nou van een dvd kopen in de winkel? Waar zijn filmmakers nou eigenlijk zo bang voor?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten