dinsdag 27 december 2011

De eenzame kerststad

Kerstmis. Ik fiets door de stad. De katten van mijn oom, die op vakantie is, moeten nog eten krijgen voor ik doorga naar mijn familie. De stad is leeg, slechts af en toe kom ik fietsende gezinnen tegen. Aan de uitpuilende fietstassen en pakketten op bagagedragers, of in fietsmandjes te zien zijn ze onderweg naar andere familieleden om daar gezellig feest te vieren. Vorig jaar was dat onmogelijk. Toen was alles bevroren en spekglad. Nu fiets ik zonder vest onder mijn jas en zonder handschoenen door de stad.
Als ik voor een rood stoplicht sta te wachten fietst er iemand langs die er minder feestelijk uitziet dan die gezinnen. Alleen, gekleed in een met verf bevlekte spijkerbroek. In de plastic tas, die aan het fietsstuur hangt, zit een wijnfles en een brood. Niet echt de signalen van een gezellige Kerst, maar misschien vergis ik me. Dat kan natuurlijk. Misschien gaan ze wel fonduen (dat zou het brood verklaren) met een goede fles wijn? Maar misschien ook niet. Het zet je in ieder geval wel aan het denken. Er zullen zat mensen zijn die nu moederziel alleen thuis zitten, of in een hotel. Nederland is klein, maar wat als je nou in een land woont waar je familie honderden kilometers bij je vandaan zit?
Mensen vinden Kerst overschat, of te opgedrongen. Maar denk je eens in dat je helemaal alleen zou zitten, omdat er niemand is waar je heen kan gaan of omdat iedereen te ver bij je vandaan is? Deprimerende gedachte hè? Geniet er dan van dat je dat niet doormaakt!

Merry Christmas everyone!!

maandag 19 december 2011

De regencultuur

“Hé bah! Ik ruik naar regen!” Een bekende treinreiziger kent die muffe lucht van natte kleren wel, maar voor onbekenden; na een flinke regenbui ruikt de hele treincoupé en al zijn inzittenden nogal muf en voel je nogal klam aan. “Ja, dat heb je in Nederland. We leven nu eenmaal in een regencultuur.” Een…wat? Een regencultuur? Wat is dat nou weer? De meisjes, en dus de discussie over de regencultuur, stappen de trein uit. Maar ik moet nog even door. En als ik niks te doen heb in de trein, dan ga ik nog wel eens zitten denken. Niet te vaak hoor, normaal doe ik een dutje.
Een regencultuur. Wat is dat precies? Is dat een cultuur in een land waar het veel regent? Want dan kunnen de Engelsen, Schotten, Ieren, Scandinaviërs en alle landen met een moesson-seizoen zich ook meteen bij ons aansluiten. Dan kun je toch al bijna spreken van een internationale cultuur en saamhorigheid. Of is een regencultuur iets voor een gebied met veel water? Hallo Amazonegebied, Venetië en een gedeelte van de VS! Een regencultuur kan natuurlijk ook iets anders voorstellen. Zou het een cultuur kunnen zijn waar alles wat ‘grauw’ is? De soberheid van Nederland was natuurlijk al vormgegeven in de schilderkunst van de 17de eeuw, maar zou die nu worden vormgegeven met het woord ‘regencultuur’? Tijdens regen is de wereld natuurlijk wat grauwer en donkerder, daar schuift die ‘Hollandse soberheid’ natuurlijk mooi bij aan, en de recessie past ook helemaal in dat plaatje!
Misschien… Maar misschien ook niet. Een regencultuur, wat bedoelden ze er toch mee? Jammer dat ik het niet heb kunnen vragen, want ik ben toch benieuwd wat nou precies een regencultuur inhoudt…

maandag 12 december 2011

Hollandse vriendelijkheid VS. openbaar vervoer

Cultuur, de Nederlandse identiteit, de oude ‘meesters’, briljante belichting in films. Het is allemaal mooi en aardig maar wat vergeten (maar zeer belangrijke) onderdelen van de cultuur zijn, zijn taal, eten, gebruiken en het gedrag van de ‘bevolking’. En vooral het gedrag van Nederlanders in het openbaar vervoer is af en toe wonderlijk. Ik moet bekennen dat ik niet weet hoe het in andere werelddelen gaat, maar tijdens mijn vakanties in Parijs en Londen heb ik nooit in dergelijke mate onbeschoft gedrag meegemaakt in de trein. Het lijkt of sommige Nederlanders het openbaar vervoer oprecht haten.
Luid praten (en/of bellen) in de stilte coupé en dan boos worden als iemand er iets van zegt. Voeten op de stoelen. Doodleuk een joint draaien in de trein (ik maak geen grapje…). Je muziek op volume 100 uit je koptelefoon, of muziek aan helemaal zonder het gebruik van oortjes. Smakken en je lunch herkauwen terwijl er iemand naast je zit. Hé, begrijp me niet verkeerd. Ik bel ook in de trein, en ik eet er ook. Net als elk mens heb ik behoefte aan eten en aan een praatje zo nu en dan. Maar het dempen van je stem, zodat niet de hele coupé meeluistert, is toch niet zo moeilijk? Of eten met je mond dicht…
Zo zat ik vandaag in de sprinter naar Wormerveer, naast me zat een vriendelijk ogende jongen die gewoon een pakketje brood uit zijn tas haalde. Niks mee mis! Tot hij begon te eten… Binnen enkele secondes begon ik te vermoeden naast een koe te zijn belandt. En dat vermoedde ik niet omdat hij in een kwartier zes boterhammen naar binnen werkte… Nee, de jongen had de onaangename gewoonte met mond open te eten, te boeren en ondertussen de allerlaatste druppels uit een pakje sap te willen krijgen. Nu vind ik het puur gemeen om er iets van te zeggen. Hij zal wel honger hebben, toch? Maar aan de andere kant vind ik het stiekem toch ontzettend onbeleefd om zo te eten met iemand naast je. Ik hoef geen herkauwde lunch te zien om acht uur ’s ochtends. Echt! Daar heb ik echt geen behoefte aan…
Maar als je denkt dat het in de bus beter is, vergeet het maar. Daar is het voornaamste probleem de mensen die nog even een sigaret willen roken in de laatste halve seconde voor de bus aankomt. Of mensen met enorme rugzakken die niet doorhebben hoe pijnlijk die elke keer in je rug ramt.
Maar nu heb ik weer genoeg gezeurd over onze ‘Nederlandse vriendelijkheid’, en stap ik lekker op de fiets om naar de film te gaan!

dinsdag 6 december 2011

Een Nederlandse meester, maar vooral een briljante tekenaar

“Pas op met de tafels. Om de tekeningen te beschermen kan het alarm af gaan als u ze aanraakt. Schrik daar niet van.” Omringt door gele muren en twee kleine schilderijen, de Fluitspeler en een portret van de meester Abraham Bloemaert, staat een kleine houten tafel met het tekenboek dat Bloemaert opstelde om als lesboek dienst te doen.
Pronkstukken
In een thematische opstelling heeft het Centraal Museum Utrecht hun tentoonstelling van Bloemaert gepositioneerd. Geen chronologisch volgorde dit keer, maar twee zalen met Bloemaerts religieuze vertellingen, één met zijn mythische werken, de vierde met landschappen, en de laatste met door hem geschilderde portretten. Twee pronkstukken van de tentoonstelling zijn De Aanbidding van de Drie Koningen, geleend van het Grenoble in Frankrijk. Het schilderij is één van de grootste stukken uit het oeuvre van de Nederlandse meesterschilder. Daarnaast heeft het museum ook Vanitas (1600-1605) in de collectie hangen, het enige geschilderde stilleven uit Bloemaerts werken.
Stijl
Bloemaert heeft in zijn religieuze werken meerdere keren hetzelfde geschilderd, maar steeds weer in verschillende stijlen. Jezus is in alle schilderijen duidelijk te herkennen aan de bleke huidskleur die de schilder aan de Messias heeft toegekend. Ook was Bloemaert duidelijk bekend met de Griekse mythen en sagen. Wat opvallend is aan de stijl van Bloemaert is dat hij twee gebruiken in zijn mythische taferelen combineert; de Griekse traditie om mensen (en zeker halfgoden en goden) semi-naakt af te beelden, maar dan met de Europese traditie van het realisme, en de anatomische studies. Waar in de Griekse schilderijen uit de Oudheid vrouwen bijzonder kleine borsten en (zeer) brede heupen hebben, komt de anatomie binnen Bloemaerts werken bijzonder goed overeen met de werkelijkheid. In zijn landschappen gebruikte Bloemaert meer fantasie. Zo bracht hij altijd bergen aan op de achtergrond van de Utrechtse omgeving. Nu is goed bekend dat Nederland zo plat is als een pannenkoek en geen bergen heeft. De oude meester heeft deze traditie dan ook waarschijnlijk overgenomen van zijn tijd in Frankrijk, aldus de gids van het museum.
Tekenaar
“Kunsthistorici stellen dat Bloemaert een grotere tekenaar was dan schilder,” vertelt de gids verder. Vandaar dat zijn tekeningen als centraal punt in de zaal zijn tentoongesteld op kleine tafels, er is ook nog een aparte entresol aan gewijd. Tekeningen uit Bloemaerts ‘lesboek’ zijn vergroot en op de muren aangebracht, terwijl er met een filmpje door zijn beroemde boek wordt gebladerd en pagina’s worden uitgelicht. Bloemaerts tekeningen zijn zeer gedetailleerd, en vaak beter uitgevoerd dan het uiteindelijke schilderij. Zo staan in zijn landschapstekeningen vaak zeer gedetailleerde en prominente bomen, die in zijn landschapsschilderijen vaak niet terug komen. Ook bij mensen toont hij in de tekeningen veel meer details, zoals ouderdom, uitdrukkingen en emoties. Dit is bijvoorbeeld te zien bij de tekening Sint Engelmundus (1630 – 1645).
Middagje
Er is geen twijfel dat Abraham Bloemaert een briljante schilder was, en één van de grote Nederlandse meesters. Maar de tentoonstelling over de schilder is samen te vatten in de uitdrukking klein maar fijn. Het is niet bombastisch groot opgesteld, en juist prettig voor een middagje slecht weer. Wat de gids beweert over de tekenaar die Bloemaert was, wordt sterk naar voren gebracht door de opstelling van de tentoonstelling. De tekeningen hebben een veel prominentere rol daarin. En daardoor komen zijn schilderijen, vergeleken met de bijbehorende tekeningen, vaak wat simpel over.

maandag 5 december 2011

Het dilemma genaamd Pakjesavond

Met een zucht overkijk ik het slagveld van schoenendozen, crêpepapier, kippengaas, piepschuim, satéprikkers, lijm en plakband. Gelukkig hoef ik dit maar één keer per jaar mee te maken… Meer dan dat zou ik echt niet uithouden.
De stad is overstroomd door families die ineens beseffen dat ‘de grote avond’ over een paar dagen al zal plaatsvinden en dat die tijd, waarvan je dacht dat je er genoeg van had, je heeft verraden door ineens een stuk sneller te gaan dan normaal. Of zo voelt het in ieder geval. De man met de baard en mijter loopt weer over de daken, en de rel over of het feest racistisch is of niet is weer eens in volle gang. Alsof niet elk kind in Nederland weet dat Zwarte Piet enkel zwart is omdat hij door de schoorsteen komt. Kan de arme man er iets aan doet dat hij onder het roet zit? Zijn kleur heeft dus niets te maken met een huidskleur en een rol die denigrerend zou zijn. Kom op mensen! Als je kinderen dat zelfs weten, dan zou jij dat zelf toch helemaal niet mogen vergeten?
Het ‘heerlijk avondje’ brengt altijd ontzettend veel werk met zich mee. Het eerste probleem is altijd de cadeautjes. Ineens zijn overal aanbiedingen, uitverkoop. Ga je dit jaar je geluk wagen in honderd verschillende winkels? Of waag je je op internet, in de hoop dat TNT (oh sorry, PostNL) het op tijd bezorgt? En wat voor leuks kun je allemaal binnen het budget doen? Na dilemma 1 volgen de gedichten. Wat rijmde er ook alweer met ‘sinasappel’? Sint zat eens te denken, wat hij … ook alweer zou schenken. Ja, dat is wel weer heel erg afgezaagd… En dan de laatste kopzorg; de surprise… Bij die fase ben ik inmiddels beland, waardoor ik niks meer vast kan pakken zonder dat het bijna hermetisch aan mijn vingers vast zit geplakt.
Één keer per jaar… en dat is gelukkig genoeg…