Leraren heb je in alle soorten en maten: dik, dun, mannelijk, vrouwelijk, saai, grappig, klein, groot, modieus, verschrikkelijk, en vul dit lijstje zelf maar verder aan. Gezien leraren in alle verscheidenheid voorkomen bouw je al snel, en vaak onbewust, het plaatje van de ideale leraar in je hoofd. De kans is zeer klein dat je deze ideale leraar of lerares vaak tegenkomt. Dus daarnaast bouw je een voorkeur voor leraren op.
Je doet beter je best, of besteed meer aandacht aan de les als de leraar de onderwerpen luchtig brengt en zo nu en dan humor toont. Of je haalt juist hogere cijfers bij een hele strenge leraar die je strak in het gareel houdt.
Soms hangt je voorkeur ook af van de uitstraling van degene die voor de klas staat. Bijvoorbeeld: als je leraar heel charismatisch is maakt het amper uit hoe streng zijn/haar lessen zijn. Als een leraar juist jong en aantrekkelijk is, is het misschien moeilijk om de aandacht op de lesstof te richten maar je vindt de lessen wel leuk. Of er staat een enorme sul voor het bord en je zou willen dat je hier zo snel mogelijk weg was.
Op mijn opleiding lopen ook alle leraren in alle soorten en maten rond. Van een enorme wiskundesul (mijn voormalig statistiek en toekomstig economie leraar), een leraar met kennis en humor (mijn voormalig politiek en moderne geschiedenis leraar), een leraar waarover de klas verdeeld is (kunst&cultuur en engels), of een lerares waar iedereen gewoon weg een pesthekel aan heeft (basisresearch). Iedereen heeft zijn eigen voorkeur en het kan zijn dat je gewend moet raken aan iemand. Aan het begin denk je ‘wat is dit voor gek?’, en halverwege het semester denk je toch ‘nou, hij is toch best oké’. Zo kun je je mening altijd aanpassen, maar een tip: als je echt een hekel hebt aan een leraar, zorg dan dat je het vak meteen haalt. Anders zit je nog langer aan hem vast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten