Je zit in de bus, de trein, op kantoor, in de kantine, en achter je hoor je geroezemoes. Je spitst je oren en met wat moeite (want je wilt natuurlijk niet opvallen) hoor je het. Collega’s, klasgenoten, of vrienden die over een ander roddelen. Hier ontstaat een fenomenaal dilemma: vertel je dit aan degene over wie het gaat of slik je je tong in?
Dagelijks gebeurt dit, het ligt immers in de menselijke aard te roddelen. En het liefst uit onvrede. Een klasgenoot gaat gewoon lekker een week op vakantie, zonder zich zorgen te maken over school. Een collega krijgt promotie en jij niet. Er zijn zoveel redenen waarom mensen het nodig vinden om naar iemand uit te halen zonder dat diegene het zelf te weten komt. En iemand die dan het gesprek bij toeval hoort zit met het dilemma om het te vertellen of niet. Dat krijg je als je aan het luistervinken bent! Dat zou je zeggen ja, maar zonder luistervinken zou journalistiek niet bestaan zeggen mijn leraren wel eens. Niet alleen roddelen, maar ook luistervinken zit in de menselijke aard, helaas is het menselijke gehoor er zelden goed genoeg voor.
Maar wanneer vertel je iets door? Als je iemand genoeg vertrouwt, als je met iemand bevriend bent, als het echt kwetsend is wat er wordt gezegd? En wat nou als je het niet goed gehoord hebt en de details niet kent en dus maar halve informatie kan geven?! Af en toe denk ik wel eens dat je gewoon de hele dag met oordopjes in moet lopen, dan heb je al dit soort gedoe ook niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten