Straatkinderen staan vaak op portretten als zwak, zielig en ondervoedt. Fotograaf Ton Hendriks trok de wereld over om de kinderen te fotograferen zoals ze elke dag op straat lopen, als individu met een eigen geschiedenis. Hij liet ze zelf kiezen hoe ze op de foto stonden. 21 van deze portretten zijn uitgekozen om in Leiden tentoongesteld te worden.
Rotsvast als de machtige Djenghis Kahn
Vanaf de muren staren ze zwijgend naar je, de 21 portretten van de kleine tentoonstelling over straatkinderen. Verstopt achter de Japan/Korea tentoonstelling in het Museum Volkenkunde Leiden hangen de uitgekozen portretten van Straatkinderen Wereldwijd. Ton Hendriks schreef de verhalen van deze kinderen op voor het publiek. De verhalen zijn schrikbarend, maar ondanks alle ellende verbazen de kinderen je met de kracht die ze uitstralen!
Door Linda Leestemaker
De ogen van de straatkinderen tonen emoties als verdriet, woede en onschuld. Je ziet snel dat wanhoop echter ontbreekt, ze lijken te weten dat je met wanhoop en zelfmedelijden niet verder komt, en het je buik niet vult. Als je de plaatsnamen ziet van waar de kinderen wonen ben je bijna opgelucht dat dit alleen maar ver weg, in Azië en Afrika, gebeurt. Deze illusie houdt niet lang stand, ook kinderen in Roemenië en andere armere Europese landen ondervinden hetzelfde lot! Op de muur naast de kleine hal die voor de portretten is vrijgemaakt worden nog meer foto’s geprojecteerd, met gezichten waarvan de verhalen verborgen blijven.
Verhouding
Tijdens het maken van de foto’s luisterde fotograaf Ton Hendriks naar al deze verhalen, van alle kinderen, en schreef ze op. Schrijnende verhalen, zoals die van de 12-jarige Munkh-Chuluun. Zijn foto is één van de grootste in de collectie. Vanaf de buitenmuur van het museum kijkt een kleine jongen onverstoord naar je. Hij staat daar onvermoeibaar, rustig en rotsvast, en doet denken aan de machtige Djenghis Kahn. Munkh-Chuluun leeft nu ruim een jaar in de straten van Mongolië nadat hij van huis vluchtte omdat zijn vader zijn moeder vermoordde. Dagelijks bedelt hij ongeveer vijf euro bij elkaar. Voor veel ‘westerlingen’ is het ondenkbaar om te leven van dit bedrag, maar schrikbarend of niet, in verhouding verdient Munkh-Chuluun veel voor een straatkind. Geen van de gefotografeerde kinderen is ouder dan zestien jaar, de leeftijd van je eigen kind, kleinkind, of buurjongen/meisje. Veel van hen zijn al volgroeid en vroeg volwassen geworden, ook al zien hun lichamen er tenger en breekbaar uit.
De 12-jarige Munkh-Chuluun
Thuis
Ondanks de tengere lichamen stralen de straatkinderen kracht, trots en zelfbehoud uit, maar hun ogen en gezicht vertellen vaak een ander verhaal. Zoals de foto van de 13-jarige Kumar uit India. De jongen is gefotografeerd met rechte rug op zijn werkplek, maar zijn gezicht toont vermoeidheid en verdriet. De kleine Georgana van 11 toont juist de woede die veel kinderen voelen, heel haar kleine lichaam straalt die woede uit. Het meisje zou je kleine zusje kunnen zijn als ze boos is. Als je naar de foto’s kijkt zouden het gewone kinderen kunnen zijn, met al hun dagelijkse emoties, maar als je de verhalen leest wordt je overspoeld door een gevoel van medelijden. Een emotie die voor deze kinderen misschien net zo erg is als het voelen van de bijtende honger, medelijden van mensen ver weg helpt hen niet te overleven. Deze kinderen vechten elke dag voor hun leven, maar kozen voor dit leven omdat de situatie thuis vaak nog veel slechter is dan het leven op straat.
De tentoonstelling Straatkinderen Wereldwijd is te bezichtigen in het Museum Volkenkunde Leiden van 6 februari 2011 tot en met 1 mei 2011. Op de website http://www.globalstreetchild.org/index.php zijn alle foto’s van Ton Hendriks te zien, en is meer informatie over het project waaraan hij werkt te vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten