Het moment voor puur relaxen en mijn gedachten weg laten glijden, terwijl ik bij de kapper achterover ligt en mijn haar wordt gewassen ter voorbereiding om mijn kapsel eindelijk eens te laten veranderen. Het enige waar ik me zorgen over kan maken is of het water dat ik zo over mijn hoofd heen krijgt wel lekker warm is. Als de crèmespoeling rustig intrekt en ik gedwongen naar het plafond staar bedenk ik me wat ik nou eigenlijk met je nieuwe kapsel wilt. Dit is het laatste moment waarop ik nog kan zeggen dat ik het toch anders wil dan ik eerder zei, zodra de schaar er in wordt gezet valt er niks meer te veranderen en kan ik niet meer terug.
En dan gaat de schaar er in, ik staar in de spiegel. Langzaam zie ik lange blonde plukken naar beneden vallen. Deed ik hier echt wel verstandig aan? Het kostte me twee jaar om weer op deze lengte te komen! Terug gaan kan echter niet meer, daarvoor is het nu toch echt te laat. Zwijgend staar ik naar de persoon tegenover me. Donkere wallen onder de ogen tonen aan dat de nachtrust van de afgelopen drie dagen of niet al te lang, of niet al te best is geweest. Het hele gezicht zou wel een kleurtje kunnen gebruiken, bedenk ik me. Het gezicht dat naar me staart bevat niet alleen flinke wallen maar is ook nog eens bijna lijkbleek. Langzaam glijden er nog meer plukken haar over de kappersmantel naar beneden, waar ze stil op de grond blijven liggen. Ik neem een slok van mijn thee, die inmiddels bijna koud is want ik durf nooit te bewegen als iemand mijn haar aan het knippen is. Niet dat ik bang ben dat ze in mijn oren knippen of iets dergelijks, ik wil gewoon voorkomen dat het scheef wordt geknipt en daardoor te kort wordt.
Als het eindelijk klaar is duurt het föhnen nog meer dan een kwartier. Misschien had ik even moeten vermelden dat wat de kapster nu probeert nutteloos is. Mijn slag omdraaien zodat mijn haar stijl wordt of naar binnen krult is al meerdere malen eerder geprobeerd maar geen enkele keer goed gelukt. Mijn haar doet toch waar het zelf zin in heeft. Ik kijk opnieuw in de spiegel. Het gezicht dat ik zie wordt niet langer omlijst door lange lokken tot flink onder mijn schouders, dat lijzig en pluizig (en een beetje ‘dooie-otter-achtig’) naar beneden valt. Het ziet er gezond, wild en kort uit. Ik besluit dat ik zeker geen spijt heb van deze knipbeurt, maar als ik weer buiten loop bedenk ik dat het misschien toch nog wel iets korter had gemogen. Maar dan had ik nu weer zo’n koude nek gehad. Ik moet het dus in de zomer weer bij laten knippen, ach…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten