Cultuur verandert, veranderen wij mee? Ik niet. Ik doe lekker wat ik zelf wil!
zondag 3 oktober 2010
De boswachter 200/365
In de herfst is er genoeg werk te doen in het bos. Volgens Natuurmonumenten is veel werk dat wordt bestempeld als ‘boswachterswerk’ inmiddels vrijwilligerswerk, maar daarnaast heb je nog de Bijzonder Opsporings Ambtenaar (BOA) en jachtopzichter. Aan hen is de taak om het bos en de dieren veilig te houden. In Leusden is deze taak onder andere weggelegd bij BOA Marinus van Doleweerd.
Het is 11 september 2008, RTV Utrecht bericht over het oppakken van een Engelse stroper in het gebied rond landgoed Scherpenzeel te Woudenberg. Marinus van Doleweerd, Bijzonder Opsporings Ambtenaar (BOA) en parttime jachtopzichter bij Stichting De Boom, heeft de stroper negen dagen achtervolgd voordat de politie genoeg bewijs had verzameld om hem te kunnen arresteren. Het is normaal werk als BOA, maar Marinus zegt dat zijn collega’s “stikjaloers waren” omdat hij een stroper te pakken kreeg.
Even voorstellen:
Marinus van Doleweerd (42) is zes jaar werkzaam als Bijzonder Opsporings Ambtenaar en parttime jachtopzichter bij Stichting De Boom in Leusden. Hij maakt deel uit van een team van drie mensen die het gebied van landgoed De Boom en landgoed Scherpenzeel in de gaten houden. Daarnaast helpt Van Doleweerd ook met het timmer- en schilderwerk van de landhuizen en soms met het werk in de natuur. Op zijn dertiende ging hij werken bij een lokaal kachelhout bedrijf. Van Doleweerd heeft van 1988 tot 1992 op de Lagere Technische School gezeten en heeft daarna nog een MBO timmercursus gedaan.
Impact
Marinus van Doleweerd werkt nu zes jaar als BOA en parttime jachtopzichter bij Stichting De Boom. De stichting beheert de ruim duizend hectare grond van landgoed De Boom in Leusden en een gedeelte van landgoed Scherpenzeel in en rond Woudenberg. Als BOA is hij belast met de bescherming van het bos en de dieren. Hij zorgt ervoor dat mensen hun honden niet los in het bos laten lopen en dat mountainbikers eruit blijven. “Een BOA is voor zijn werk volledig bewapend. Dat betekent dat ik in het bezit ben van een wapenstok, pistool, peperspray, handboeien, bonnenboek en portofoon.” Het is een keer voorgekomen dat hij heeft gedreigd geweld te gebruiken toen een hondeneigenaar na vier proces-verbalen, voor het los laten lopen van zijn hond, opnieuw terugkwam in het bos. “Loslopende honden zijn gevaarlijk, ze kunnen namelijk achter de reeën in het bos aangaan en hen ernstig verwonden.” Toen van Doleweerd de man erop wees dat het voor hem verboden was het bos nog langer te betreden, dreigde de man om Van Doleweerd te slaan. “Toen ik hem zei dat als hij mij zou slaan ik gemachtigd was geweld terug te gebruiken, liep hij weg. Maar zoiets heeft toch een impact op je.” Als BOA wordt hij ook opgeroepen om ‘vuil vlees’ op te ruimen. Dit zijn doodgereden dieren. Soms leven ze nog en het is dan aan Van Doleweerd om er een einde aan te maken. “Je doet het zo snel mogelijk om zo’n dier niet langer te laten lijden, maar soms zijn er herten bij die alleen in shock lijken te zijn. Die neem ik dan mee en dan laat ik ze op het veld bij mijn huis rustig herstellen. Als het dier het dan toch overleeft geeft dat je een prachtig gevoel.”
Favoriet
Van Doleweerd’s favoriete seizoen is toch wel de herfst, waarin het meeste werk is. Het jachtseizoen is dan weer begonnen. Van Doleweerd legt uit dat in de herfst de reeën liever in het open veld staan, waar ze geen bescherming hebben. “In de herfst kan het bos door de wind nogal tekeer gaan. De reeën hebben last van de vallende takken, kastanjes en eikels en het geruis in het bos maakt ze onrustig. Dus gaan ze het veld in.” Recht in het blikveld van de jagers. Er gelden dan wel strenge regels voor jagers, maar niet voor stropers. Een jager moet elk jaar een nieuwe vergunning aanvragen en mag geen geluidsdemper op zijn geweer zetten. Van Doleweerd vindt dit een vreemde regel, want het geknal van de geweren zorgt voor veel onrust in het bos en onder de dieren. Een stroper heeft geen regels omdat hij al tegen de wet in gaat. Dus kan hij een demper gebruiken, lasers om makkelijker te kunnen mikken en hij kan strikken zetten voor kleiner wild, maar ze kunnen ook gearresteerd worden omdat ze de jachtwet overtreden. “Die Engelse stroper gebruikte zijn hond. Zelf liep hij van de ene wal naar de andere om zo min mogelijk op te vallen en hij stuurde zijn hond achter de hazen aan. Als de hond dan een haas had doodgebeten gaf de baas een sein zodat de hond de haas liet liggen. De baas kwam de haas later pas ophalen. Toen we de stroper te pakken hadden hebben we zijn hond laten inslapen, zelf kreeg hij een boete van 650 euro.” Een veel te laag bedrag vindt Van Doleweerd.
Als jachtopzichter is Van Doleweerd onder andere verantwoordelijk voor het behoud van de wildstand. “Toen we van de overheid drie jaar niet op vossen mochten jagen werd het een chaos. De vossen zaten overal en het waren er veel te veel.” Daarnaast maakt hij paden voor de dieren en zaait hij in de akkerranden eten in zodat de dieren makkelijker kunnen overleven. Zoals knollen en kool voor de hazen en bloemen en planten met zaden, zonnebloemen en wilde soorten graan, voor vogels en insecten. Daarnaast helpt hij met timmer- en schilderwerk bij de landhuizen die op het gebied van landgoed De Boom staan en helpt hij indien nodig met het behoud van het bos.
Het werk als BOA en jachtopzichter heeft Van Doleweerd alerter gemaakt. Zijn vrouw heeft er wel eens commentaar op als hij thuis is omdat hij ook dan constant op zijn omgeving let. “Tijdens mijn werk vertrouw ik heel erg op mijn gevoel, op mijn zesde zintuig.” Er loopt al een paar dagen een vreemde man door een afgelegen deel van het bos, Van Doleweerd houdt het stuk en de man in de gaten want hij vertrouwt het niet. “Als ik het niet vertrouw zit ik er niet vaak naast.” Van Doleweerd ging dit werk doen omdat hij buiten kan werken in alle vrijheid en, zo bekent hij, ook vanwege het corrigerende optreden. Als kind bracht hij altijd wilde dieren mee naar huis en hij probeert zijn zoons tegen te houden hetzelfde te doen. “Onze achtertuin was een soort dierentuin toen ik klein was, ik wil mijn eigen tuin iets leger houden.” Ze mogen hem helpen met de dieren die hij zelf soms mee naar huis neemt en met de bijen die ze ook nog houden.
Lijk
Als we slippend over de modderige bospaden rijden zet Van Doleweerd de auto ineens stil. Hij ziet een kat tussen het gras, een soort die - net als honden - niet in het natuurgebied thuishoort. De kat sluipt nog een klein stukje verder het gras in en blijft dan staan. Hij kijkt naar ons, maar verdwijnt dan tussen de maïs. De sperwer waar Van Doleweerd zich even zorgen om maakte had de kat ook gezien, en was al opgevlogen. “Met katten is het altijd lastig. Mijn gebied valt half binnen provincie Utrecht en half binnen Gelderland. Ze hebben allemaal verschillende regels, in Gelderland mag ik zo’n kat bijvoorbeeld gewoon doodschieten maar in Utrecht weer niet. Ik zoek altijd liever eerst uit waar de kat vandaan komt voor ik zelfs maar denk over het doodschieten ervan. Als een boer zegt dat het hem niks uitmaakt als ik de kat dood is het al heel wat anders, maar als dat nou net de lievelingskat van zijn dochtertje is dan denk ik wel twee keer na over mijn acties.”
Dierenlijken zoals bij het opruimen van ‘vuil vlees’ of het moeten doden van een dier zijn één ding, maar een menselijk lijk is heel iets anders. Één keer heeft Van Doleweerd meegemaakt dat collega’s en hij een lijk aantroffen in het bos. “Zelfmoord. Het lichaam was al helemaal aangevreten door de vossen, we konden zo de schedel zien.” Elke BOA hoopt dat hij of zij nooit iemand hoeft te vinden die zichzelf van het leven heeft beroofd, vertelt hij.
Labels:
365,
boswachter,
Interview,
Interviewen,
opdracht,
school,
SvJ
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten