Vandaag zijn onze presentaties Recht. De bedoeling is dat we iedere een rechtzaak naspelen. Mijn groepje en ik hebben de zaak Lucia de B. en dan het gedeelte waarin ze wordt veroordeeld tot levenslang en TBS met dwangverpleging.
We gaan zitten, ik (de rechter) in het midden, de ‘Officier van Justitie, a.k.a. Martin’ rechts van me en de ‘advocaat, ook wel Manouk genoemd’ links van me. Het requisitoir (stuk, pleidooi, dinges) van de Officier doet me niks, ik volg simpelweg ons vastgestelde plan. Maar zodra het (lichtelijk ellenlange) pleidooi van de advocaat het einde nadert word ik steeds nerveuzer. Dan is het ineens mijn beurt, ik slik en begin. En daar gaat het al mis in de eerste zin, ik begin te hakkelen en herstel mezelf met moeite. Rustig probeer ik verder te gaan, het volume van mijn stem te dempen en mezelf forcerend rustig te blijven praten, want anders word ik volledig onverstaanbaar doordat ik stop met articuleren. Dan gaat het opnieuw mis, ik voel het bloed naar mijn gezicht stijgen en klap dicht. Als ik mezelf een beetje ken, en gelukkig doe ik dat, weet ik dat ik nu mijn ademhaling moet gaan forceren om rustig te blijven voor ik helemaal dicht sla. Ik wend mijn gezicht af achter mijn handen, sluit een seconde mijn ogen en haal twee keer adem. Dan begin ik opnieuw en dit keer lukt het, hoewel mijn hartslag is opgelopen naar een ruime 120 slagen per minuut en mijn hoofd een tomaatachtige kleur heeft.
Maar we zijn lang niet zo goed als de drie klasgenoten die een echte rechtszaak bijna perfect nadoen (nadat ze de leraar hebben overgehaald verdachte te spelen). inclusief toga’s en rare witte slabbetjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten