dinsdag 31 juli 2012

Brandberg 31/07-01/08

Brandberg; zo genoemd omdat het lijkt alsof deze berg, als de zon opkomt, in vuur en vlam staat. Het natuurgebied van Brandberg ligt diep verscholen in 'Damara-land'. De Damara is een volk wonende in het binnenland van Namibië. Dit gebied is droog, heet en helaas heel arm. Hierdoor leven de Damara meer met de natuur mee. Ook door de grote reservaten, de Damara beheren hun reservaten met zorg en respect.

Onze gids op Brandberg begon zijn verhaaltje door teleurgesteld te zeggen dat ze "alleen maar luipaarden en cheetahs hebben". Ik weet nog steeds niet wat daar 'alleen maar' aan is, maar waar het gebied echt beroemd om is zijn de grotten met rotsschilderingen. Gemaakt door de San, deze schilderingen van oryx en zebra's zijn ongeveer 150.000 jaar oud. En als je er nu nog naar kijkt heb je het gevoel dat de dieren zo van de rotswand zullen springen. Het is fenomenaal, maar dat is zoveel in dit land.


- Posted while on the road, thanks to the lovely iPad

maandag 30 juli 2012

Swakopmund 29/07-31/07

Swakopmund, omringt door zee en zand. Vooral veel zand (waar ik zo ongelofelijk dol op ben...), want de stad is aan drie kanten omgeven door de woestijn en aan een kant met zee. Misschien is het wel helemaal geen woestijn, maar gewoon een reusachtig strand.

Swakopmund is, samen met het nabij gelegen Walvis Bay, de belangrijkste haven van Namibië. En de hele stad is gefocust op de zee. Dat zorgt dus ook voor heerlijke oesters in de restaurants.
Vergeleken met Kaapstad is Swakopmund schoon (nergens is zwerfvuil te ontdekken, zelfs niet op het strand), relatief veilig en minder gevuld met armoede. Zwervers verkopen allemaal zelfgemaakte sieraden, en de rijkeluiswijken zijn gevuld met een mix van alle nationaliteiten. Scholen zijn verzorgd en zelfs de townships worden goed onderhouden (nergens golfplaat, allemaal kleine stenen huisjes). Voor wie bekend is met zuidelijk Afrika, is het een verrassende verademing, hier lijkt iedereen met respect te worden behandeld.

Swakopmund is ook de toeristische uitvalsbasis, met boottochten, skydiven, safaris, sandboarden en quad driving. Op quads de woestijn in! Dat lieten we ons geen twee keer zeggen. Met brullende motors, helmen stevig vast en zonnebrillen op begaven we ons de woestijn in. Met een dikke lip, pijnlijke konten en een blauwe kaak kwamen we er weer uit. De blauwe kaak behoorde helaas aan mij toe. Want quad rijden is geweldig, loodrechte duinen over rijden een adrenaline-rush. en slippen spannend. Maar vliegen, dat kunnen quads niet zo goed. Dus terwijl ik een duin op reed met de gedachte daar ook weer rustig af te rijden, schrok ik even toen die gewoon 90 graden naar beneden liep. De sprong was zo plotseling dat ik niet de tijd had te gaan staan, en mijn hoofd tegen het stuur sloeg bij de landing. Onbeschermde kaak vs. metalen stuur: kaak 0 - stuur 1.

Als ik ooit naar een land met een woestijn verhuis is het eerste dat ik koop een quad.

- Posted while on the road, thanks to the lovely iPad

zaterdag 28 juli 2012

Sossusvlei 28/07-29/07

Na een bijna onmenselijke dag zitten we nu eindelijk weer eens rustig op onze kont bij een kampvuur. Meneer Gids heeft ons vandaag harder laten werken dan ooit... En niet op de goede manier.

Dune 45 is de enige plek waar je de beroemde rode duinen van Namibië mag beklimmen. Een wandeling van een uur naar boven, vijf minuten naar beneden. En een kilo zand in haar, oren en schoenen. Na Dune 45 volgde de echte marteling. Hoewel het hier 'winter' is, wordt het nog makkelijk 25 graden. En in de Doodsvlei (gekenmerkt door de vele dode bomen rond de vallei) wordt het nog veel heter. Zwetend, vloekend en met brandende voetzolen sleepten we onszelf over nog een duin. Inmiddels ben ik dus helemaal klaar met zand.
Twee uur later meldde onze liefhebbende gids dat we nog een hike zouden doen die dag, dat de man niet ter plekke is gelyncht door de groep is een klein wonder, door de Sesriem Canyon.

Sesriem Canyond, 30 meter diep en 10 meter breed. Een oase van rust waarin vastberaden bomen groeien die erg hun best doen niet om te vallen. De grillige rotsen, met grotten en kliffen, zijn een afwisseling met het zandlandschap erboven. De wind die door de canyon waait maakt alles heerlijk koel. De gids mocht nog een dagje blijven leven, maar alleen omdat hij die avond gepofte aardappelen in het kampvuur maakte als avondeten.


- Posted while on the road, thanks to the lovely iPad

vrijdag 27 juli 2012

Namib Dessert 26/07-28/07

De Namibische savanne, een groot geheel van vergeeld gras met hier en daar een plukje gras en een boompje. Alleen de Fish River Canyon verandert nog iets aan het landschap. Van droog met gras gaat het naar gortdroog en winderig, en daarna weer naar droog met gras.
De Fish River Canyon is de tweede grootste canyon ter wereld, hier begint de rivier die zelfs inde buurt van Grahamstown nog stroomt. De wegen in Namibië bestaan zelden uit asfalt, dus de rijdende vissenkom is van binnen en buiten bedekt met een fijne laag stof en zand. Mijn zonnebril liet meerdere keren per helemaal geen licht meer door dankzij stof.

Kamperen vlak voor de Namib Dessert is ook geen straf. Springbokken en oryx lopen langs ons kamp als we stil zijn, de sterren boven onze hoofden leken nog nooit zo helder. Het gevoel van Afrika begint steeds meer toe te nemen. Zeker als je aan het einde van de dag een 'sundowner-safari' doet. Als decadente toeristen opgepropt in een open jeep, langs oryx, aardwolven en springbokken rijden. De beste foto proberen te krijgen. De gouden gloed van de ondergaande zon op het kniehoge gras is betoverend.

- Posted while on the road, thanks to the lovely iPad

woensdag 25 juli 2012

Orange river 24/07-26/07

De Orange River, de grens tussen Namibië en Zuid-Afrika. Het is 'niemandsland' want beide landen durven niet aan de grens te komen. Wij gingen hem bevaren in kano's. Wie dat heeft bedacht, is zeker weten niet mijn vriend.

De kano's leken zo vriendelijk toen we er in stapte, vol goede moed, gekleed in oranje. Met die kleur zouden ze me tenminste vinden als ik op de bodem van de rivier eindigde, en mijn achternaam staat op m'n rug. Ja ja, ik ben voorbereid.

De nacht van onze trip was wonderbaarlijk. De Melkweg boven je hoofd, het kampvuur naast je, liggend in je warme slaapzak met een in whiskey geflambeerde banaan in je buik. Heerlijk! Het maakte het bed van rotsen net goed, tot ik de volgende ochtend compleet stijf wakker werd... Nou ja, dat hoort bij wildkamperen.
De volgende dag was net zo'n martelimg. Stijf, met moeie armen nog zeker zes uur varen. Afwisselend met uitrusten op de Zuid-Afrikaanse of Namibische kant van de grens. Drie kano's sloegen om. Camera's hoogophoudend zwemmen is nog best lastig, en of sommige camera's de duik hebben overleefd zullen we morgenochtend pas weten. Maar nu genieten we van douches, internet, en een heerlijke braai.


- Posted while on the road, thanks to the lovely iPad

Hondenklipbaai 23/07-24/07

Hondenklipbaai, zo genoemd naar de twee grote rotsblokken die (van een kilometer of 100 afstand, of voor een blinde mol) op twee honden lijken. Alles in dit stille dorpje is op honden gebaseerd, zo ook de naam van de enige lodge: Het Hondenhok. Waar je in 'kennels' slaapt.

Na een bloedhete rit van acht uur in de rijdende vissenkom hebben we dit suffe plaatsje bereikt. Dwars door de vruchtbare Western Cape, en de droge Karoo van de Northern Cape. We zitten nu ongeveer een uur van de Namibische grens vandaan, die we morgen per kano zullen oversteken. Wie had bedacht dat ik sportief ben aangelegd is niet goed bij zijn hoofd, maar ik heb weinig keuze... Achterblijven in Zuid-Afrika is ook niet echt een optie.

De Karoo wordt voornamelijk gekenmerkt door lage planten, en gras. Op deze heuvels wonen enkel een paar rare Afrikaners en schapen. Heel veel schapen... Pas een uur of twee onder de Namibische grens kom je weer enigzins bewoonde wereld tegen. Die wereld bestaat uit op townships lijkende dorpjes waar wij als blanke toeristen in onze rijdende vissenkom wel heel erg opvallen... Maar na een rit van acht uur maakt je dat niks meer uit, en wil je alleen nog maar eten. Nadat de truck is schoongemaakt natuurlijk...


- Posted while on the road, thanks to the lovely iPad

zondag 22 juli 2012

Kaapstad 16-07/22-07

Daar zijn we dan weer, The Mother City: Cape Town. De stad waarin ik vorige keer besloot dat het 'leuk' was de Tafelberg af te rollen. Waar ik pinguïns heb gezien. Waar ik ging abseilen. En waar ik uiteindelijk met alle Dutchies weer naar terugkeerde.
En nu zit ik er weer... Weet je, na twee weken begint deze stad stiekem een beetje saai te worden. Nu is het de stad waarin ik werd 'herenigd' (drama drama) met mijn moeder en broertje na mijn uitwisseling van vijf maanden. De stad waarin ik hen eens rondleidde en meenam naar Bombay Bicycle Club. De stad waarin we verstoppertje speelden met walvissen (de walvissen hebben gewonnen). En de stad van waaruit onze geweldige reis door Afrika begint.

De eerste dag van deze krankzinnige trip begon met een zeer culturele wijn-proeverij in de Wine Lands rond Kaapstad. Gevolgd door het beklimmen dan de meest geliefde berg van Zuid-Afrika, ik bedoel inderdaad "that bloody mountain": de Tafelberg. Na mijn ongelukken eerder hebben de Tafelberg en ik ons nog niet over onze haat-liefde-verhouding heen gezet, hoewel de schade dit keer beperkt bleef tot een gewonde duim en een verdraaide enkel, dus we gaan vooruit.
Morgen vertrekken we naar Hondsbaai, net onder de Namibische grens. In een rijdende vissenkom gaan we lekker zeven uur van het landschap genieten (foto's van de rijdende vissenkom volgen nog). Hebben we er zin in? Ik heb stiekem vooral zin de regen en kou van de Western Cape achter me te laten...

Een blog van elke plaats zal vaak niet op het juiste moment gepost worden, we hebben zelden internet. Maar dan zet ik ze achteraf online want ik kan ze lekker wel al schrijven.

- Posted while on holiday, thanks to the lovely iPad

zondag 15 juli 2012

Port Elizabeth 14/07-16/07


Port Elizabeth, een industriestad waar misschien niet het meeste te beleven valt maar het is een tussenstop op mijn reis naar Kaapstad, die morgen weer verder gaat. Morgen… Zo’n raar idee dat ik over 24 uur mijn moeder en broertje (die ik vijf maanden niet heb gezien) weer zie. En dan nog een maand tot ik de rest van mijn familie eindelijk weer kan zien.
Maar eerst Port Elizabeth. Omdat het al de hele dag regent besloot ik maar weer wat werk gedaan te krijgen. Vooruitgang gaat langzaam maar zolang het doorgaat krijg ik het misschien ooit nog af. Maar ja, sinds wanneer vul je een hele dag met werk? Dus wat te doen wat te doen?
Port Elizabeth heeft niet heel veel te bieden als het slecht weer is. Zeker als het echt koud aan het worden is. Dus besloot ik naar de film te gaan.
Nog iets meer dan 12 uur, en dan zit ik in het vliegtuig naar Kaapstad…

Hypnosis is een bron van leedvermaak

De theorie van hypnose is een bekritiseerde. Is het echt of niet? Tijdens het National Arts Festival South Africa is het Dr. Stef die deze vraag opnieuw opbrengt, vlak voor zijn hypnose-show. Maar aan het einde van de show is zelfs de meest sceptische tegenhanger van hypnose verbaasd over de mogelijkheden van het menselijke onderbewustzijn. Stef zet een hilarische maar diepzinnige show op de planken.

Dr. Stef is een grote naam in de culturele wereld van Zuid-Afrika. Vier shows had hij tijdens het National Arts Festival, en alle vier waren uitverkocht. Als hij de zaal vraagt om zestien vrijwilligers komen ze dan ook in enkele seconden het podium op stormen. Klimmend over stoelen, struikelend over elkaar, bijna van de trap vallend. Ze willen allemaal gehypnotiseerd worden!
De hypnotiseur geeft meteen aan dat het niet met iedereen zal gaan lukken. Volgens hem moet je er open voor staan, moet je open zijn tegenover jezelf, en vooral: je moet je aan anderen kunnen overgeven. Het klinkt als een hele waslijst, maar hypnose is natuurlijk ook de psychologische truc van het manipuleren van het onderbewustzijn. Op de vraag of hypnose echt is antwoordt hij enkel: “Heb je de show gezien? Nou, wat denk je zelf?”

Slachtoffers
 “Stel je de koudst mogelijke storm voor. Je kan alleen overleven door je aan de persoon naast je vast te klampen.” Het is Stef’s test om de kijken wie er van de vrijwilligers geschikt zijn voor hypnose. Zes van de groep vallen onmiddellijk af. Het is slechts het begin van de avond, waarin de zaal meerdere keren plat gaat van het lachen. Natuurlijk worden de gehypnotiseerde ‘slachtoffers’ meerdere keren misbruikt voor het leedvermaak van het publiek.
Dr. Stef heeft met zijn charisma en warme, ontspannen stem een positief effect op zijn publiek. Je ergert je niet aan hem terwijl hij rustig tien minuten blijft praten over koetjes en kalfjes. Bovendien wisselt hij zijn gebabbel over zijn eigen leven, en hypnose altijd net op tijd af met een andere opdracht voor zijn proefkonijnen. Zelfs als ze slapen zijn ze hilarisch, want de lichamen ontspannen zodanig dat enkelen elke keer weer als zandzakken van hun stoel vallen. Sommigen zullen de volgende dag flink wat blauwe plekken hebben.

Leedvermaak
De laatste editie van de show, voor dit festival tenminste, is een versie alleen voor volwassenen. Er wordt gescholden, er zijn opdrachten zoals de ‘Orgasme Olympiade’ en ‘Wereldkampioenschappen Strippen’, en natuurlijk laat Stef drie mensen in gehypnotiseerde toestand een ui eten. Het gebrul van het publiek is puur leedvermaak. De dokter gaat ver, erg ver, maar het is hilarisch als het iemand anders overkomt. De hele show is een bron van humor, interesse voor de werking van hypnose en vooral veel gelach. Één van de slachtoffers, Kevin uit Bloemfontein, staat aan het einde van de show beduusd om zich heen te kijken. “Ik herinner me helemaal niks. Ik dacht dat ik er pas twee minuten zat.”

Hartbrekende beelden in The Last Lions

Er zijn al heel veel documentaires gemaakt over leeuwen, zeker door National Geographic. Allemaal met prachtige beelden van savannes en hartverscheurende taferelen van vechtpartijen en gewonde dieren. Regisseur Dereck  Joubert  weet je hart te grijpen met zijn film The Last Lions.  Daarom wordt de film getoond tijdens het National Arts Festival South Africa.

Leeuwen hebben het niet makkelijk in moderne tijden. Ze worden opgejaagd door mensen en hun territoria worden steeds kleiner. Als grote roofdieren op elkaars lip zitten, resulteert dat vaak in bloedige gevechten om eten, water, terrein en het recht om te paren. In The Last Lions wordt dit alles getoond tijdens het National Arts Festival/
Botswana

Leeuwen blijven filmmakers nog altijd fascineren. The Last Lions, in première gegaan tijdens het National Arts Festival, neemt je mee naar de Okavango Delta in Botswana. De film volgt de leeuwin Marditah, moeder van drie jongen, trotse koningin van haar territorium. Op het eerste gezicht word je alleen overdonderd door de prachtige beelden van de Delta in de mist, en schrik je van het gevecht dat Marditah en haar leeuw leveren tegen een andere troep leeuwen. Het is prachtig, maar niet verbijsterend speciaal.
Herenigd

Die verbijstering komt halverwege de film. Doordat de filmmakers maar één leeuwin volgen, ontstaat er een band met het dier. De monoloog tijdens de film is sterk, nuchter en luchtig. De leeuwin, zo natuurlijk als ze is gefilmd, toont aan dat dieren veel slimmer zijn dan mensen ooit zullen denken. De zaal slaakt liefhebbende zuchten als Marditah en haar jongen weer herenigd worden na een aanval op de leeuwen door een kudde buffels, het leefpatroon van de roofdieren fascineert. Je bent constant bezig om jachtpatronen te doorgronden, of om te zien of ze emoties net zo voelen als mensen. 
Hart
The Last Lions is een prachtige film, fascinerend en goed gemonteerd. De ‘ondertitels’ leveren een zeer goed verhaal. Marditah, in de eeuwige dans van Afrika,  verliest haar partner, haar territorium en twee van haar jongen en het breekt je hart.

Volle zalen en gemengde gevoelens bij Black Butterflies tijdens het National Arts Festival

Nederland heeft één connectie met het National Arts Festival South Africa dit jaar. Black Butterflies (Paula van der Oest, 2011) wordt gedraaid in de bioscoop van het festival. De Nederlandse film weet het publiek volledig stil te krijgen.

Het publiek, voornamelijk Afrikaans sprekend, zit zwijgend te kijken naar Ingrid Jonker (Carice van Houten) terwijl ze het gedicht over de neergeschoten jongen in de townships schrijft. Geïntrigeerd zitten de mensen naar het scherm te staren, alsof het een soort link tussen Nederland en Zuid-Afrika is.
Filmwereld

De Nederlandse filmwereld heeft de afgelopen jaren veel interesse getoond in Zuid-Afrika. Tirza (2010) werd er voor een kwart opgenomen, de havenscènes van De Heineken Ontvoering (2011) werden in de haven van Kalk Bay geschoten en Black Butterflies (2012) is niet alleen opgenomen in Zuid-Afrika, maar toont ook een stuk van de Zuid-Afrikaanse geschiedenis. Het is het verhaal van de Zuid-Afrikaanse dichteres Ingrid Jonker. Nelson Mandela, tijdens zijn inauguratie speech in 1994, noemde de dichteres een strijdster tegen de apartheid en een juweel in de Zuid-Afrikaanse literatuurgeschiedenis. Nederland en Zuid-Afrika hebben in de geschiedenis jarenlang nauwe banden gehad. Deze lijken nu in film te zijn herboren.
Gehypnotiseerd

Het zou een reden kunnen zijn waarom de film tijdens beide voorstellingen een volle zaal heeft getrokken. Er zitten zelfs mensen op de trap. Literatuurstudenten, ‘Afrikaners’ en filmliefhebbers, allen zitten in de zaal. Ze staren bijna gehypnotiseerd naar deze Nederlandse verfilming van hun eigen geschiedenis. Afkeurende blikken worden naar het scherm geworpen als de premier van Zuid-Afrika (gespeeld door Rutger Hauer) stelt dat de zwarte bevolking ondergeschikt is aan de blanken, omdat God Zuid-Afrika aan de blanken zou hebben geschonken om het land te leiden. Het publiek is een stuk politiek correcter dan veel burgers waren tijdens de apartheid die er voor hun ogen wordt getoond.
Pijn

Als de zaal leegloopt, is het publiek stil. Pas buiten komen de gesprekken langzaam op gang. De literatuurstudenten gaan in op de gedichten. De filmliefhebbers op gebruikte shots en technieken. De ‘Afrikaners’, zoals de blanke Afrikaans sprekende Zuid-Afrikanen worden genoemd van de generatie die de apartheid bewust heeft meegemaakt, blijven echter nog even stil. Een groep oudere dames, ongeveer tussen de vijftig en zestig jaar oud, negeert alle vragen die hen worden gesteld door hun kleinkinderen. Zij zijn zojuist met geschiedenis geconfronteerd die nog heel vers in het geheugen van Zuid-Afrika staat. Die geschiedenis wordt voor hen opgerakeld door een Nederlandse regisseur, afkomstig van een continent dat de pijn van de verdeling tussen zwart en wit niet meer voelt.

zaterdag 14 juli 2012

East-London 09/07-14/07

Zit je in East-London, omgeven door zon, zee en strand, moet je keihard werken. Ja, dat is waarschijnlijk het leven van een journalist, en van een freelancer. Maar dan hoef ik het nog niet leuk te vinden. Denk niet dat ik hier niets anders heb gedaan dan werken! I like my job, but not that much.
Nahoon Reef en Nahoon Dunes
East-London. Een stad die, als we de paranoïde Zuid-Afrikanen moeten geloven, vol zit met criminelen. Een stad waar ik, volgens dezelfde paranoïde Zuid-Afrikanen, waarschijnlijk op elke straathoek verkracht, beroofd, vermoord (of alle drie) nou worden. Dames en heren… Ondanks alle kansen die ik heb op het naderend einde van mijn leven, ben ik in prima conditie. Oké, dat is misschien een leugen want aan die conditie moet ernstig gewerkt worden…
Maar het gaat werkelijk prima met me! Ik heb een halve dag gesandboard (hoe ik de volgende dag uit mijn bed ben gekomen is me een raadsel), en ben gebruikt als kauwspeeltje door een baby-leeuwtje. Dat was leuker dan het klinkt hoor. Spugende lama’s waren wat minder leuk. Maar ik meen het, het sandboarden was ongelofelijk tof. Zelfs het vallen en, met je voeten vastgebonden aan een houten plank, van de duin afrollen omdat je jezelf niet kan stoppen was grappig om te doen. Wel een beetje misselijkmakend. Hoe kunnen kinderen het leuk vinden om urenlang van duinen af te rollen? De leeuwtjes de dag erna waren zo ontzettend schattig! Onvoorstelbaar om te bedenken dat iets dat de grote van een huiskat en het knuffelgehalte van een teddybeer heeft uitgroeit tot één van de meest gevreesde roofdieren van de savanne… En dat ziet mensen nu al als ideaal kauwspeeltje! In Zuid-Afrikaanse dierentuinen zijn ze trouwens een stuk minder streng dan in Nederlandse. Zo mocht ik de stokstaartjes gewoon aaien, en de schildpadden optillen (voor zover dat ging dan, sommigen waren ongeveer half zo groot als ik ben als ze op hun achterpoten zouden staan…). Herten, konijnen, kippen en pauwen liepen gewoon los rond. Klaar om gevoerd te worden, of je boterham te stelen!
Natuurlijk regent het dan, na een aantal toffe dagen, de laatste dag. Maar nog niet getreurd. Heerlijk uitslapen en dan de hele dag een beetje werken, lezen en schrijven is ook niet slecht. En wie had gedacht dat ik nog eens echt zou gaan koken? Ik durf te wedden dat mijn ouders en de Dutchies dat niet hadden verwacht (geef maar toe!!). Maar ja, ik kan nog best een beetje voor mezelf zorgen. Including een echte maaltijd van maïs, pasta en worstjes!!


Zijn ze niet ongelofelijk schattig?

Miester Tortoise! Of... nou ja... een schildpad...

zaterdag 7 juli 2012

Het dorp neemt afscheid...

Vijf maanden studeren zijn nu toch echt voorbij. Colleges zijn gevolgd, tentamens zijn gemaakt, bussen en vluchten geboekt en koffers gepakt. Langzaam vertrekken we één voor één weer terug naar Nederland. De één na de ander verlaat Grahamstown. Degenen die als laatste achterblijven kunnen alleen staan zwaaien. Het vertrek aan het einde van een semester is permanent voor internationale studenten. De plek die vijf maanden lang werd gezien als ‘thuis’ wordt nu definitief achtergelaten, misschien wel voorgoed. Afscheid is altijd bitter, maar de smaak van een afscheid dat definitief is, is bijna niet te verdragen.
Iedereen die me een beetje kent weet hoe verschrikkelijk slecht ik in afscheid nemen ben. Of misschien kan ik gewoon niet zo goed met mijn eigen emoties omgaan. Beiden zijn in ieder geval belangrijke factoren in hoe ik met het afscheid van de afgelopen dagen ben omgegaan. Want drie van mijn vier reispartners zijn nu naar huis vertrokken. Nummer vier zet mij straks op de bus naar East-London, en gaat dan ook terug. Ik zie ze pas een maand later weer, als ook ik eindelijk terug ben.
Afrika was een fantastische tijd, vijf maanden zijn voorbijgevlogen. Vrienden uit ons huis hebben we al gedag gezegd toen ze vertrokken, tranen zijn gelaten in deuropeningen en bij bushaltes. Laatste avonden zijn legendarisch gevierd. En nu, met de laatste weken in het vooruitzicht, begint heimwee dan toch echt te knagen. It is time to go home again…

De thuiskomst zit er voor mij echter nog niet in. Nog anderhalve maand gevuld met het festival, en met een prachtige reis. Terwijl mijn koffer ergens een lock-up ingaat om later weer opgehaald te worden ga ik nog meer van Afrika zien. Met pepperspray, en een specifiek fotolijstje in mijn koffer…

Peter Watkins krijgt twijfelachtig eerbetoon op National Arts Festival

Peter Watkins (1935) is bekend geworden met zijn films als Forgotten Faces (1960) en Diary of an Unknown Soldier (1959). Het National Arts Festival South Africa hield een eenmalig eerbetoon aan de filmmaker, door al zijn werken nog een keer te tonen. Dit opende met een marathon voorstelling van Watkins eerste films, die in de ogen van de kijker minder indrukwekkend zijn dan Watkins had verwacht.

De filmmaker Peter Watkins staat bekend om zijn radicale, maar tegelijk pacifistische films en zijn houding tegenover massamedia. In het Settlers Monument van Grahamstown toont het National Arts Festival eenmalig zijn werken Diary of an Unknown Soldier (1959) en Forgotten Faces (1960). Naast dit eerbetoon, afgesloten met een documentaire over de filmmaker, worden al Watkins’ films tijdens het festival getoond.

Oorlog
Peter Watkins, geportretteerd als een perfectionist met een duidelijke mening over het fenomeen oorlog. De filmmaker is van Engelse afkomst en één van de eerste regisseurs die begon te experimenteren met docudrama. Sinds 1956 heeft hij zijn carrière gewijd aan het tonen van zijn pacifistische kijk op oorlogvoering, door enkel films te maken over revoluties. Dit begon met The Diary of an Unknown Soldier in 1959. Hier toonde hij niet het beeld van dappere soldaten in de Eerste Wereldoorlog, hij potretteerde een jonge soldaat die als de dood is om naar het front te worden gestuurd.  In Forgotten Faces, een jaar later, ging Watkins nog iets verder. Hij toonde als eerste filmmaker de gezichten van mensen die verdwenen, en van kinderen die hun ouders verloren hadden.

Nu er geen revoluties meer zijn waar Watkins films over kan maken, heeft hij zijn pijlen gericht op de massa media. Volgens de filmmaker zou de kijker dagelijks zoveel oorlog, pijn en leed zien, dat we er niet meer van opkijken. Oorlog zou iets alledaags zijn geworden. En de massa media houdt ons dom en tevreden door ons die beelden in hapklare brokjes aan te voeren. Zo stelt hij tenminste in de documentaire The Universal Clock: The Resistance of Peter Watkins (2001), gemaakt door Geoff Bowie.
Revolutie
In de laatste film die Watkins maakte, La Commune (2000), toont hij de strijd van het Franse volk tegen de monarchie, zoals gebeurde in de Franse Revolutie. Hiermee wil Watkins, zo stelde hij in meerdere interviews na zijn film, de mensen laten weten dat ze het recht hebbenen op revolutie. Nu zou, volgens Watkins, die revolutie moeten worden gericht tegen de massamedia die de kijkers volgens de filmmaker afstompt. Massamedia is volgens hem de nieuwe oorlogsvoering, want het houdt de mensen dom en tevreden.

Indrukwekkend
Watkins’ films hebben hem wereldwijde roem vergaard. Maar als er naar zijn eerste films wordt gekeken lijkt hij meer bezig te zijn met tegen de overheid te schoppen, dan met het leed dat hij filmt. In Diary of an Unknown Soldier ga je je al snel ergeren aan de snotneus die alles bij iedereen wil lospeuteren, om te zorgen dat hij niet de enige is die bang is. Watkins’ films tonen dan wel de kant van de oorlog die normaal niet getoond wordt, of hij het op deze manier moet doen is een andere vraag. De manier waarop hij de Hongaarse revolutie in Forgotten Faces heeft vastgelegd is shockerend. Het verhaal is emotieloos, en past niet bij de gezichten die je op het beeld ziet.

Misschien komt het door het zwart-wit beeld, maar Watkins’ eerste films (en daarmee de start van zijn eerbetoon in Grahamstown) zijn helaas niet erg indrukwekkend te noemen.

zondag 1 juli 2012

Giselle, een triest liefdesverhaal omdat ballet nooit een happy ending heeft

De luchtige tonen van de viool glijden door de zaal. Het serene bos doet sprookjesachtig aan. Niks toont het drama dat zich straks af zal spelen voor de ogen van het publiek. Giselle speelt vanavond in het Monument van het National Arts Festival.
Giselle, een voorstelling van het South African National Ballet, wordt muzikaal bijgestaan door het KwaZulu-Natal Philharmonic Orchestra. Dirigent Adolphe Adam en de dansers lopen feilloos synchroon. Het ballet zal drie keer worden opgevoerd tijdens het National Arts Festival in Grahamstown, Zuid-Afrika.
Giselle

Giselle, het trieste liefdesverhaal over graaf Albrecht, die zich voordoet als de dorpeling Loys en verliefd wordt op het meisje Giselle. De twee zijn smoorverliefd, maar boswachter Hilarion vertrouwd ‘Loys’ niet. Giselle wil echter niet luisteren naar zijn waarschuwingen. Als dan ineens een jachtpartij, met Albrecht’s verloofde langskomt en de waarheid naar boven komt is Giselle ontroostbaar. De shock drijft Giselle tot waanzin en ze sterft aan een gebroken hart.

Hilarion houdt wacht bij het graf van Giselle wanneer de Wilis arriveren. De geesten van overleden vrouwen die voor hun bruiloft zijn achtergelaten. Deze geesten, op bevel van hun koningin Myrthe, laten mannen in het bos dansen tot ze sterven van uitputting. Eerst bevalt Hilarion dit lot, en Albrecht wordt op het laatste moment gered van dit lot door de opkomende zon. Opnieuw verliezen hij en Giselle elkaar, deze keer voorgoed.
Zwaan

Megan Swart, de danseres met de rol van Giselle, danst alsof de spietsen haar niks doen en alsof de sprongen en pirouettes aangeboren zijn. Ook Angela Hansford, koninging van de Wilis, beweegt met de gratie van een zwaan over het toneel. Enkel de mannelijke bijrollen, dansend in de eerste act, staan niet erg sterk in hun schoenen. Hun danskunsten steken bleek af tegen de twee sterke rollen van de dames, en van Thomas Thorne (Graaf Albrecht). Ze zijn meer decorstukken. Het decor zelf is geschilderd alsof je in een sprookjeslandschap stapt, de diepte in de achtergrond is verraderlijk. De kostuums, goud, geel en rood, benadrukken een warme herfstdag. Terwijl de groen en wittinten van de Wilis de magie beklemtoond die in de tweede act speelt.

Trots
Ballet eindigt zelden met een happy ending. Het verhaal van Giselle is daarin geen uitzondering. Wat wel uitzonderlijk is, is de kwaliteit van kostuums, decor en de dansers. Het South African National Ballet kan rustig één van de meest bijzondere stukken in het National Arts Festival genoemd worden. De grootste zaal in Grahamstown, groot genoeg voor ongeveer 750 mensen, zit tot de nok toe gevuld. De dansers krijgen aan het einde een staande ovatie, terwijl ze het publiek trots toelachen. En trots mogen ze zijn, ze hebben het publiek zonet omver geblazen met dit prachtige maar trieste liefdesverhaal.